woensdag 4 augustus 2010
Wat is Neuropathische pijn?
Neuropathische pijn, beter bekend als zenuwpijn, ontstaat door een beschadiging of gebrekkige werking van het zenuwstelsel. Als er een beschadiging in het zenuwstelsel is, of dat nu het centrale zenuwstelsel is of de zenuwen aan de buitenkant van het lichaam, ontstaan er veranderingen in het zenuwstelsel. Veel meer dan we vroeger dachten.
Neem bijvoorbeeld een verwonding aan een been. We weten dat de pijnprikkels van de teen aan de hersenen worden doorgegeven waardoor we de pijn als zodanig voelen en vervolgens via een heel ingewikkeld netwerk weer teruggaan naar het ruggenmerg. De zenuwcellen in de kleine teen proberen zich na de beschadiging weer te herstellen, waarbij kleine zenuwuitlopers worden gevormd. Soms gaan die uitlopers zich bundelen en dan krijg je een knobbeltje, dat noemen we een neuroom.
De uitlopers worden actief en geven stroomstootjes af, waarbij een scherpe, brandende pijn ontstaat. Het gebied om de beschadigde zenuw wordt hierdoor overgevoelig. Dit kan tot gevolg hebben dat ook andere zenuwen die normaal geen pijnprikkels afgeven, overgevoelig kunnen worden.
Door een kleine prikkel, bijvoorbeeld het zachtjes aanraken van de huid, kan de pijn flink verergeren. Soms wordt de plek ook zonder aanraken veel gevoeliger. Als de pijn langere tijd bestaat, zie je nog meer veranderingen optreden, waardoor het gebied van de pijn zich kan uitbreiden en er dus steeds meer pijn ontstaat.
‘Door een kleine prikkel, bijvoorbeeld het zachtjes aanraken van de huid, kan de pijn flink verergeren.’
Beschadigingen aan het centrale zenuwstelsel zijn nog ingrijpender omdat hierbij, naast pijn, meestal ook ergens in het lichaam functieverlies optreedt. Een beschadiging in het ruggenmerg kan niet spontaan genezen. Via een operatie wordt wel getracht om een zenuw buiten het ruggenmerg te herstellen, of een pijn veroorzakende zenuw uit te schakelen, maar dat lukt helaas lang niet altijd. Je ziet soms dat zenuwen die zijn weggebrand, spontaan herstellen en toch weer pijnprikkels afgeven.
Spontaan ontstaan van CRPS
CRPS ontstaat meestal na een trauma, zoals een breuk, ontsteking of een operatie. Echter in 3-11% van de gevallen is er sprake van het spontaan ontstaan van de aandoening. Het bestaan van spontane CRPS staat hevig ter discussie. De Rooij en anderen (LUMC) deden een studie om ziektekenmerken van de ‘spontane’ CRPS-patiënten te vergelijken met die van de trauma gerelateerde CRPS-patiënten. De resulaten zijn inmiddels online gepubliceerd door het European Journal of Pain. Gemiddeld waren de ‘spontane’ CRPS-patiënten 9 jaar jonger dan de trauma gerelateerde CRPS-patiënten toen ze de ziekte kregen. Tevens waren de patienten in de spontane groep langer ziek op het moment van het onderzoek. De twee groepen in dit onderzoek verschilden niet wat betreft het aantal symptomen en de frequentie ervan. Titel: Spontaneuous onset of Complex Regional Pain Syndrome Auteurs: A.M. de Rooij, R.S.G.M. Perez, F.J. Huygen, F. van Eijs, M. van Kleef, M.C.R. Bauer, J.J. van Hilten en J. Marinus
In: European Journal of Pain
Pulse Transit Time meten met The Observer XT
De pulse transit time (ptt) opstelling is ontwikkeld door Noldus Information Technology in samenwerking met de afdeling Experimentele Anesthesiologie van het Erasmus MC. De ptt is de tijd die een bloeddrukpuls nodig heeft om van het hart naar de vingers te komen. Lokale verdoving van de vingers leidt tot een verwijding van de bloedvaten naar vingers. Het resultaat is dat de bloeddrukpuls er langer over doet om van het hart naar de vingers te komen en de ptt dus toeneemt. De ptt wordt gemeten met behulp van The Observer XT . Dit computerprogramma is gekoppeld aan een Electro cardiogram (ECG)-module, die het moment meet dat de puls het hart verlaat. Daarnaast is er een koppeling met vier Pulse PlethysmoGram(PPG)-modules van het BIOPAC-systeem. Deze modules meten de bloeddrukpuls in de vingers, aan zowel de verdoofde als onverdoofde kant van het lichaam. In The Observer XT wordt op basis van een video-opname ingrepen die worden uitgevoerd aan de arm/vingers van de patiënt gemarkeerd. Vervolgens worden in The Observer XT bepaalde segmenten uit de data geselecteerd op basis van de markers en de bijbehorende ptt data geëxporteerd naar MatLab voor verdere analyse. Op de onderstaande afbeelding ziet u een schermafbeelding van The Observer XT. A-de video, B-de plot met markers. Het gebied in blauw geeft het tijdsinterval dat geselecteerd is voor analyse/export (“1 minuut na verdoving van de huid”), C-de plot met ECG data, D-een van de plots met PPG data.
Met Pulse Transit Time op zoek naar de oorzaak van Complex Regionaal Pijn Syndroom
De experimentele anesthesiologie is een afdeling met een klein, enthousiast team. De afdeling heeft twee hoofdtaken; uitvoeren van basaal wetenschappelijk onderzoek en ondersteunen van onderzoek in de kliniek. De afdeling profileert zich op het snijvlak van medische wetenschap en techniek. De Pulse Transit Time (PTT) is een methode waarmee de tijd wordt bepaald van een bloeddrukgolf van het hart tot bijvoorbeeld in de vinger. De methode is gebaseerd op een ECG (hartfilmpje) en plethysmografie wat informatie geeft over de weerstand van bloedvaten. Gedurende een periode van een 1.5 jaar is veel ervaring opgedaan met deze relatief nieuwe techniek.
Het doel van het onderzoek is om een beter inzicht te krijgen in de pathologie van Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS) met behulp van PTT. CRPS is een invaliderend ziektebeeld wat kan ontstaan na een trauma of operatie. Hierbij kan er ontregeling zijn van de vaatspanning. De experimenten worden uitgevoerd op gezonde vrijwilligers en patiënten. Op deze manier wordt geprobeerd meer inzicht te krijgen in het ontstaan van CRPS waardoor een betere behandeling mogelijk is. Hierbij wordt naast de PTT ook huidtemperatuur d.m.v. videothermografie en de doorbloedingsnelheid d.m.v. Laser Doppler Flow bepaald.
Geen genetische mutaties gevonden bij dystonie
Gosso en collega’s (LUMC) onderzochten of mutaties van bepaalde genen (zogeheten DYT-genen) een rol spelen bij CRPS. Van 44 CRPS-patiënten met dystonie brachten ze de genetische codes van 7 genen in kaart. Er werden geen mutaties gevonden. Op basis van dit onderzoek lijken de onderzochte genen geen grote rol te spelen in CRPS.
De bevindingen verschenen onlangs in het Journal of Neurology. Systematic mutation analysis of seven dystonia genes in complex regional pain syndrome with fixed dystonia. Gosso MF, de Rooij AM, Alsina-Sanchis E, Kamphorst JT, Marinus J, van Hilten JJ, van den Maagdenberg AM. J Neurol. 2010 May;257(5):820-4. Epub 2010 Jan 12
Ruggenmergstimulatie (SCS) niet altijd geschikt bij CRPS
Ruggenmergstimulatie (SCS) kan een effectieve methode voor de behandeling van CRPS, maar het is een zware en relatief dure ingreep. Daarnaast levert SCS in éénderde van de gevallen geen verbetering op voor de patiënt en krijgt ongeveer 32-38% van hen te maken met complicaties. Van Eijs en anderen (Academisch Ziekenhuis Maastricht) onderzochten of te voorspellen is in welke gevallen SCS wel of juist niet moet worden gebruikt bij CRPS. De onderzoeksresultaten werden onlangs gepubliceerd in het European Journal of Pain. Uit het onderzoek bleek dat allodynie (overgevoeligheid voor niet-pijnlijke prikkels) mogelijk een significante, negatieve voorspeller is voor de uitkomsten van SCS na één jaar bij chronische CRPS. Van Eijs F, Smits H, Geurts J, Kessels A, Kemler M, van Kleef M, Joosten E, Faber C: Brush-evoked allodynia predicts outcome of spinal cord stimulation in Complex Regional Pain Syndrome type 1. Eur J Pain. 2010 Feb;14(2):164-9.
Deelname patiënten aan onderzoek naar CRPS
Om de zorg voor CRPS patiënten in de toekomst te kunnen verbeteren, is de bereidheid van patiënten van nu om aan onderzoek mee te werken natuurlijk ontzettend belangrijk. Vooral in het onderzoek naar behandelingsmethoden hebben we grote behoefte aan patiënten die willen meewerken.
Bent u patiënt of heeft u CRPS patiënten in uw praktijk? Waarschijnlijk wilt u eerst meer weten over wat deelname zou betekenen, voordat u beslist om mee te doen of de mogelijkheid hiervan te bespreken met de patiënt. Hieronder vindt u een overzicht van enkele lopende TREND onderzoeken. Daar kunt u meer lezen over wat het onderzoek precies inhoud en met wie u contact op kunt nemen voor verdere vragen.
1. Onderzoek naar “Pulse Transit Time in CRPS” (Erasmus MC)
2. Onderzoek naar tonische (of gefixeerde) dystonie (LUMC Leiden)
3. De invloed van magnesium op de vermindering van pijnklachten (VUMC Amsterdam)
4. Familiair voorkomen van CRPS (LUMC Leiden)
5. Re-move: Vergelijkende studie van twee actieve behandeling (azM)
6. Onderzoek naar ontstekinggerelateerde stoffen Posttraumatische Dystrofie patiënten (VUmc)
7. Onderzoek naar het effect van intramusculair magnesium (LUMC Leiden)
8. Onderzoek naar het effect van Mestinon op bewegelijkheid en pijn (VUmc Amsterdam)
Aanmelden
U kunt zich aanmelden bij de hoofdonderzoeker via mail of per telefoon. De contactgegevens staan bij de beschrijving van het onderzoek. U kunt ook een e-mail sturen naar het centrale e-mailadres. De betrokken onderzoekers zullen dan contact met u opnemen om u meer informatie te geven. Na dat gesprek kunt u beslissen of u deel wilt nemen aan het onderzoek. Meldt u aan!
Onderzoek naar “Pulse Transit Time in CRPS” (Erasmus MC)
Op het Pijn Behandel Centrum van het Erasmus MC in Rotterdam is een onderzoek gestart waarbij de Pulse Transit Time (PTT) wordt gemeten bij patiënten met Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS, posttraumatische dystrofie). Het onderzoek bestaat uit een uitwendige meting naar de doorbloedingssnelheid in de armen. Dit gebeurt met een hartfilmpje (ECG) en sensoren op de wijsvingers. Voor dit onderzoek zijn we opzoek naar 37 patiënten vanaf 18 jaar, met CRPS aan één van de handen of armen en geen hart- of vaataandoeningen hebben.
Informatie en aanmelden
Als u meer informatie over het onderzoek wilt of vragen heeft, kunt u contact opnemen met:
Naam: drs. Minke Kortekaas (afdeling anesthesiologie Erasmus MC)
Tel: 010-704 33 12
Email: m.kortekaas@erasmusmc.nl
2. Onderzoek naar tonische (of gefixeerde) dystonie (LUMC Leiden)
De afdeling neurologie van het LUMC is gestart met een 4-jarig onderzoek naar deze vorm van dystonie. In dit onderzoek willen we een grote groep van patiënten met tonische dystonie in kaart brengen en volgen voor een periode van 4 jaar. Er is nog weinig bekend over deze specifieke vorm van dystonie en door gegevens van verschillende patiënten over een langere tijd te verzamelen en genetisch onderzoek te doen, hopen we meer inzicht te krijgen in dit type dystonie. Voor het onderzoek zijn wij op zoek naar patiënten met tonische dystonie aan armen of benen.
Informatie en aanmelden
Als u geïnteresseerd bent om mee te doen met het onderzoek, of nog verdere vragen heeft, kunt u contact opnemen met de onderzoekers in het LUMC:
Naam: drs. Diana van Rooijen (071-526 5142) of Joost van den Dool (071-526 3697)
E-mail: dystoniecohort@lumc.nl
3. Onderzoek naar de invloed van magnesium op de vermindering van pijnklachten (VUMC Amsterdam)
In het VU medisch centrum in Amsterdam is recent bij 10 patiënten met Posttraumatische Dystrofie (PD) een onderzoek gedaan naar het effect van magnesiumsulfaat toegediend via een infuus. Uit deze pilot studie zien we positieve resultaten van magnesiumsulfaat met betrekking tot de pijnklachten en een verbetering van de dagelijkse vaardigheden en kwaliteit van leven van patiënten met PD. Graag willen wij in een vervolg studie onderzoeken of deze en mogelijk ook andere positieve effecten van magnesiumsulfaat te zien zijn bij grotere groepen patiënten met PD.
Informatie en aanmelden
drs. Sabine Boogaard (Afd. Anesthesiologie VU Medisch Centrum)
Tel: 020-4440293
E-mail: s.boogaard@vumc.nl
4. Onderzoek naar familiair voorkomen van CRPS (LUMC Leiden)
Wij zijn opzoek naar families waar in de directe bloedlijn meerdere gevallen van Complex Regionaal Pijnsyndroom (CRPS) voorkomen of in het verleden voorgekomen zijn. Daarnaast zijn we ook geïnteresseerd in het voorkomen van RSI, fibromyalgie en whiplash in deze families.
Informatie en aanmelden
Stuur een korte beschrijving van uw familie naar:
FAMILIEONDERZOEK Posttraumatische dystrofie
T.a.v. Mw. Drs. A.M. de Rooij
Stafsecretariaat Neurologie K5Q
Leids Universitair Medisch Centrum
Antwoordnummer 10392
2300 RC Leiden
U kunt de informatie ook mailen naar A.M.de_Rooij@lumc.nl
5. Re-move: Vergelijkende studie naar 2 actieve behandelingen voor CRPS (azM)
Het academisch ziekenhuis Maastricht (azM) is op zoek naar patiënten die lijden aan CRPS (posttraumatische dystrofie) voor een vergelijkende studie naar twee actieve behandelingen voor Complex Regionaal Pijn Syndroom type I (CRPS-I).
Op de afdeling revalidatie worden twee behandelingen gegeven die zijn gericht op meer bewegen. Het uiteindelijke doel is dat u weer beter kunt functioneren in het dagelijkse leven. oproep-voor-deelname-aan-onderzoek-re-move-azm
Meer informatie of aanmelden?
Voor meer informatie over deze studie kunt terecht bij:
drs. Marlies den Hollander
Tel.: 043-388 1582 of 06-25 32 66 55
e-mail: re-move@maastrichtuniversity.nl
Website: http://www.maastrichtuniversity.nl/fpn/re-move.
6. Onderzoek naar ontstekinggerelateerde stoffen Posttraumatische Dystrofie patiënten (VUMC)
Het VU medisch centrum Amsterdam start een onderzoek naar ontstekinggerelateerde stoffen in de urine van Posttraumatische Dystrofie patiënten. Er wordt verondersteld dat PD te maken heeft met een uit de hand gelopen ontstekingsreactie volgend op trauma. Om vast te stellen of bij sommige PD patiënten sprake is van een verhoogde ontstekingsreactie willen wij ontsteking gerelateerde stoffen meten in urine van CRPS patiënten en dit vergelijken met ontsteking gerelateerde stoffen in urine van gezonde personen.
Informatie en aanmelden
Als u mee wilt doen aan het onderzoek of vragen heeft dan kunt u contact opnemen met:
drs. Sabine Boogaard (Afd. Anesthesiologie VU Medisch Centrum)
Tel: 020-4440293
E-mail: s.boogaard@vumc.nl
7. Onderzoek naar het effect van intramusculair magnesium (LUMC Leiden)
Zoals u wellicht weet wordt er vanuit de vakgroep neurologie van het LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum) onderzoek gedaan naar oorzaak en behandeling van posttraumatische dystrofie (PD) met dystonie (dat is verkramping). Momenteel doen wij onderzoek naar het effect van intramusculair magnesiumsulfaat (dat is toegediend in de spier) op pijn en dystonie bij PD. Hiertoe zijn wij naarstig op zoek naar kandidaten voor deze studie.
Informatie en aanmelden?
Patiënten die aan de criteria voldoen zijn van harte welkom via telefonisch overleg of op onze polikliniek neurologie voor verder aanvullende informatie bij:
Drs. A.A. v.d. Plas
Neuroloog in opleiding en klinisch onderzoeker
Leids Universitair Medisch Centrum.
Tel. 071-5266065 of 071-5263308
E-mail: A.A.van_der_Plas@lumc.nl
8. Onderzoek naar het effect van Mestinon op bewegelijkheid en pijn (VUmc Amsterdam)
Er worden steeds meer aanwijzingen gevonden dat een uit de hand gelopen ontstekingsreactie een rol speelt bij het ontstaan en het verloop van CRPS/posttraumatische dystrofie. Het VUmc in Amsterdam is gestart met een onderzoek naar het effect van Mestinon op bewegelijkheid, pijn en andere veranderingen die optreden bij Complex Regionaal Pijn Syndroom (Posttraumatische Dystrofie). In deze studie willen wij gaan onderzoeken of we deze ontstekingsreactie kunnen remmen middels de zenuwbanen. De klachten die samenhangen met ontsteking, zoals pijn, verminderde bewegelijkheid en verkleuring van de aangedane ledemaat zouden hierbij kunnen afnemen.
Meer informatie en aanmelden
Als u mee wilt doen aan het onderzoek of als u vragen heeft kunt u contact opnemen met:
Drs. Sigrid Fischer
Afdeling Anesthesiologie VU medisch centrum
Tel: 020-4440293
E-mail: s.fischer@vumc.nl
dinsdag 3 augustus 2010
Neuropatische pijn
Wat is neuropathische pijn?
Neuropatische pijn is een vorm van chronische pijn waarvan de juiste oorzaak nog niet is achterhaald. In het algemeen gaat het hier om een letsel of een gebrekkige werking van de zenuwen. In het zenuwstelsel treedt ergens een stoornis op in de geleiding van signalen. Hierdoor kunnen niet-pijnlijke prikkels zoals een gewone aanraking als pijnlijk worden ervaren. De persoon in kwestie ondervindt pijn die buiten proportie is (wat de duur of intensiteit betreft), of pijn zonder zichtbaar of aantoonbaar letsel. Om van chronische en dus ook neuropathische pijn te kunnen spreken, moet de pijn minstens drie tot zes maanden aanwezig zijn.
Wat zijn de symptomen?
Neuropatische pijn wisselt in intensiteit, maar blijft doorgaans continu aanwezig. Vaak neemt het pijngevoel tijdens de slaap af. Symptomen zijn onder meer:
• Chronische pijnklachten
• Pijnklachten die niet afhankelijk zijn van de houding
• Een gevoel van speldenprikken, elektrische schokken, messteken
• Een brandend gevoel
• Gevoelsstoornissen rond de pijnlijke zone, bv. ledematen die 'slapen' of overgevoelig zijn
• Gevoel dat men op 'kussens' loopt
• Pijn bij koude of warmte (bv. tijdens een douche)
• Pijn bij aanraking (bv. kledij op de huid)
• Gevoel dat er mieren op en onder de huid lopen
• Onaangename kriebelingen
Een speldenprik doet bij de meeste mensen slechts even pijn. Een persoon met neuropathische pijn kan soms nog lang na het prikken pijn blijven voelen. Patiënten verdragen soms ook geen lakens op hun lichaam, geen sokken of schoenen aan hun voeten, en ze ervaren een lichte druk op hun huid reeds als pijnlijk.
Wat is de oorzaak?
De juiste oorzaak van neuropathische pijn is nog niet bekend. Er zijn theorieën die zich toespitsen op een fout in de pijngeleiding of een afwijkende werking van bepaalde delen van het zenuwstelsel, die verantwoordelijk zijn voor de pijngeleiding.
Onze zenuwen vangen impulsen op en geven die door aan de hersenen. Die interpreteren de prikkels en vertalen ze voor ons. Zo voelen we een aanraking, warmte, koude en ook pijn. Bij neuropathische pijn gaat er ergens iets verkeerd: bij de ontvangst van de prikkel, het doorgeven aan de hersenen of de interpretatie door de hersenen. Hierdoor wordt zelfs een lichte aanraking als pijn geïnterpreteerd of krijgt men zonder aanleiding een constant pijngevoel. Neuropathische pijn kan soms opduiken na een operatie, bij personen die genezen zijn van zona, of die lijden aan suikerziekte, kanker, multiple sclerose.
Wat zijn de gevolgen?
Door de constante pijn gaat de levenskwaliteit sterk achteruit. De patiënt komt soms onder grote psychologische druk te staan. Veel personen hebben last om hun dagelijkse activiteiten uit te oefenen, dreigen hun werk te verliezen en kunnen in een depressie verzeild raken of leggen zich bij hun situatie neer. Neuropathische pijn heeft ook een grote invloed op de slaapkwaliteit: 70 % van de patiënten lijdt aan een slaapstoornis. Er treedt interactie op tussen de pijn en de slaap. Een slechte nachtrust veroorzaakt vaak een opstoot van pijn. Anderzijds leidt de pijn tot slechter slapen.
Hoe neuropathische pijn behandelen?
Deze aandoening is vrij moeilijk te behandelen. Vitaminepreparaten B12 blijken weinig succesvol te zijn. Klassieke pijnstillers helpen niet. Ook kinesitherapie en relaxatietechnieken kunnen de pijn niet echt verhelpen. Morfine is dan weer af te raden voor jongere mensen. Een mogelijkheid zijn de zogenaamde tricyclische antidepressiva. Deze oudere generatie geneesmiddelen kan in lage dosis de pijn wat verzachten. Ook geneesmiddelen tegen epilepsie ('anti-epileptica') kunnen verlichting brengen. Succesvol zijn in deze groep de nieuwe generatie van 'anti-epileptica'.
Vraag uw dokter of huisarts altijd om raad.
TIPS
•Neuropathische pijn is niet hetzelfde als psychosomatische pijn. Het is een reële pijn, die voortvloeit uit een stoornis in het zenuwstelsel.
•Neem lang genoeg uw geneesmiddelen. Soms duurt het zes maanden of langer vooraleer u uw dosis kunt afbouwen.
•Zorg dat u er niet alleen voorstaat. Psychologische begeleiding kan u leren hoe u met uw pijn moet omgaan. U moet zich zeker niet bij de feiten neerleggen. Er is iets aan te doen!
FAQ's
Hoe werkt het zenuwstelsel?
Het zenuwstelsel bestaat uit ontelbaar vele zenuwen die lange kettingen vormen. Elke zenuw heeft receptoren. Die vangen prikkels op en geven die door aan de volgende zenuw, tot de prikkel de hersenen bereikt. De hersenen vertalen deze prikkel. Vervolgens geven ze een signaal door, zodat het lichaam op de prikkel kan reageren.
Bijvoorbeeld: u steekt uw vinger in een vlam. De zenuwen op de huid voelen de warmte (prikkel) en melden dit aan de hersenen. Die interpreteren de prikkels als 'pijn' en geven de vinger een signaal zich terug te trekken, wat ook prompt gebeurt.
Lopen sommige mensen meer risico?
Vaak gaat neuropathische pijn gepaard met andere ziekten of duikt ze op na een aandoening of letsel. Soms is het oorspronkelijke letsel volledig genezen wanneer de pijn zich manifesteert, bijvoorbeeld de pijn na verdwijning van zonaletsels.
In andere gevallen is de oorzaak nog aanwezig. Diabetici hebben in een vergevorderd stadium neuropathische pijn aan de voeten. De pijn kan zich ook voordoen bij kanker, na chemotherapie, bij multiple sclerose, lagerugpijn, enz. Fantoompijn is eveneens een vorm van neuropathische pijn. Dit zijn pijnen die optreden bij een amputatie van een lidmaat. De persoon voelt bv. pijn in zijn geamputeerde been.
Denkt de dokter dat ik depressief ben of aan epilepsie lijd?
Wanneer de dokter u een antidepressivum of anti-elepticum voorschrijft, betekent dit niet dat u depressief bent of aan epilepsie lijdt. Geneesmiddelen kunnen verschillende werkingen hebben. Denk maar aan de erectiepil die uitgevonden werd tijdens proeven met hartlijders. Een echte depressie vereist trouwens een veel hogere dosis aan antidepressiva dan diegene die de dokter tegen neuropathische pijn voorschrijft.
Welkom op Stopdepijn
http://www.stopdepijn.nl
Deze website is speciaal samengesteld voor mensen met zenuwpijn, hun naaste familie en vrienden. U vindt onder andere informatie over het ziektebeeld neuropathische pijn (zenuwpijn), de oorzaak en de behandelingsmethoden. Pijn is misschien wel het meest gevreesde symptoom van een aandoening of ziekte. Iedere huisarts en vrijwel elke medisch specialist wordt dagelijks geconfronteerd met patiënten die lijden aan pijn. Pijn kan je leven gaan beheersen waardoor de gewone dingen in het leven niet meer zo gewoon lijken als voorheen. Neuropathische pijn wordt ook wel zenuwpijn genoemd en kan omschreven worden als 'schrijnend, brandend, zeurend, of tintelend". Ook uitspraken als "het gevoel op glas te lopen" of "termieten voelen kriebelen onder je huid" worden regelmatig gebruikt als omschrijving van deze vorm van pijn. De pijn wordt veroorzaakt door beschadiging of gestoorde werking van het zenuwstelsel. Neuropathische pijn kan optreden bij diabetes, na het doormaken van gordelroos en na een operatie. Neuropathische pijn blijkt moeilijk te behandelen en is wezenlijk anders dan de behandeling van pijn die je voelt door bijvoorbeeld een beenbreuk of een ontsteking en waarvoor je een reguliere pijnstiller kunt innemen. Voor neuropathische pijn is een andere vorm van pijnstilling nodig. Deze website is speciaal samengesteld voor mensen met zenuwpijn en hun naaste familie en vrienden.
De inhoud van deze website is mede tot stand gekomen door de volgende auteurs;
• Mw. Dr. A.P.E. Vielvoye-Kerkmeer, anesthesioloog, sectiehoofd pijnbehandeling, Leids Universitair Medisch, Leiden.
• Dhr. Dr. P.J. Lieverse, anesthesioloog en pijnarts, Erasmus MC
• Daniel den Hoed, Oncologische Centrum, Rotterdam.
• Dhr. Dr. N.T. van Dasselaar, anesthesioloog, Reinier de Graaf Groep, Delft.
• Dhr. Dr. M. van Wijhe, anesthesioloog, pijncentrum, Universitair Medisch Centrum, Groningen.
• Dhr. Dr. H.W. de Valk, internist-endocrinoloog, Universitair Medisch Centrum , Utrecht.
Samenvatting Richtlijn Complex Regionaal Pijnsyndroom Type 1
Definitie
De meest recente definitie van de IASP, International Association for the Study of Pain, luidt als volgt:
Complex Regionaal Pijn Syndroom is een verzameling van lokaal optredende pijnlijke condities volgend op een trauma, welke zich met name distaal uiten en in ernst en duur het verwachte klinisch beloop van het oorspronkelijke trauma overtreffen, veelal resulterend in een aanzienlijke beperking van de motoriek, daarbij gekenmerkt door een variabele progressie in de loop van de tijd. Complex Regionaal Pijn Syndroom type I (CRPS-I) is een aandoening die zowel patiënten als hulpverleners voor veel problemen plaatst. De aandoening ontstaat veelal aan een arm of been, meestal als gevolg van een doorgemaakt trauma, en wordt gekenmerkt door een combinatie van autonome, sensorische en vasomotore verschijnselen.
Diagnostische criteria
Aanbeveling
De klinische diagnose CRPS-I kan worden gesteld aan de hand van de criteria van Veldman et al. en de IASP. De voorkeur van de werkgroep voor de Nederlandse situatie gaat uit naar de criteria van Veldman et al. Voor wetenschappelijk onderzoek wordt geadviseerd de patiëntengroepen te beschrijven met de criteria van Veldman et al en/of IASP en/of Bruehl et al.
Diagnostische criteria volgens Veldman et al. (Veldman et al. 1993)
1. Ten minste vier van de volgende vijf verschijnselen:
• Onverklaarde diffuse pijn
• Verschil in huidskleur
• Diffuus oedeem
• Verschil in huidtemperatuur
• Actieve bewegingsbeperking
2. Het ontstaan of verergeren van de symptomen na inspanning.
3. Symptomen aanwezig in een gebied groter dan het gebied van het primaire letsel of operatie; in ieder geval het gebied distaal van het primaire letsel.
Diagnostische criteria volgens de IASP (Merskey et al. 1994)
1. Ontstaat na een uitlokkende gebeurtenis (noxe, type I) of zenuwletsel (type II).
2. De aanwezigheid van spontane pijn of allodynie/hyperalgesie in een gebied dat niet behoort tot het verzorgingsgebied van een perifere zenuw en dat disproportioneel is ten aanzien van de uitlokkende gebeurtenis.
3. De aanwezigheid (anamnestisch of bij lichamelijk onderzoek) van oedeem, abnormale huiddoorbloeding of abnormale sudomotorische activiteit in de regio van de pijn sedert de uitlokkende gebeurtenis.
4. De diagnose wordt verworpen bij aanwezigheid van condities die een verklaring kunnen bieden voor de mate van pijn en disfunctie.
In elk geval moet aan criteria 2 ,3 en 4 worden voldaan.
Voorgestelde aangepaste diagnostische criteria voor onderzoeksdoeleinden volgens Bruehl et al. (Bruehl et al. 1999)
1. Continue persisterende pijn die in geen verhouding staat tot de ernst van het doorgemaakte letsel.
2. Een symptoom uit elk van de vier volgende categorieën dient door de patiënt te worden vermeld:
• Sensorisch: hyperaesthesie.
• Sudomotorisch/oedeem: oedeem en/of verandering in zweten en/of transpiratieasymmetrie.
• Vasomotorisch: temperatuurasymmetrie en/of huidkleurveranderingen en/of huidkleurasymmetrie.
• Motorisch/trofisch: verminderd bewegingstraject en/of motorische disfunctie (zwakte, tremor,
dystonie) en/of trofische veranderingen (haren, nagels, huid).
3. Een teken in twee of meer van de volgende categorieën dient bij lichamelijk onderzoek aanwezig te zijn:
• Sensorisch: bewijs van hyperalgesie (pinpriktest) en/of allodynie (bij lichte aanraking).
• Vasomotorisch: bewijs van temperatuurasymmetrie en/of huidkleurveranderingen en/of -asymmetrie.
• Sudomotorisch/oedeem: bewijs van oedeem en/of zweetverandering en/of transpiratieasymmetrie.
• Motorisch/trofisch: bewijs van afname van bewegingstraject en/of motorische disfunctie (zwakte,
tremor, dystonie) en/of trofische veranderingen (haren, nagels, huid).
Abonneren op:
Posts (Atom)