vrijdag 18 juni 2010
Trauma Related Neuronal Dysfunction (TREND) / Ontzenuwing van pijnsyndroom
Het Complex Regionaal Pijn Syndroom is een verzamelnaam voor verschillende aandoeningen. Een milde vorm hiervan is mogelijk het bekende RSI. Hoewel het vaak wordt afgedaan als iets wat vooral tussen de oren zit, zijn er aanwijzingen dat het is toe te wijzen aan ontstekingen in het centrale zenuwstelsel. Het onderzoeksconsortium TREND gaat het onderliggende mechanisme proberen te achterhalen tot op moleculair niveau en werkt tegelijkertijd aan nieuwe behandelwijzen.
Ongeveer 20.000 patiënten in Nederland kampen met de gevolgen van CRPS, ofwel het Complex Regionaal Pijn Syndroom. Elk jaar komen er 8000 nieuwe gevallen bij, waarvan een kwart klachten overhoudt. "CRPS is een ziekte die tussen het wal en het schip is geraakt. Het wordt te vaak afgedaan als iets van psychologische aard, terwijl het duidelijk toe te wijzen is aan neurologische effecten", zegt prof.dr. Frans van der Helm, hoogleraar biomechatronica en biorobotica aan de TU Delft en algemeen directeur van het TREND-project. Samen met neuroloog dr. Bob van Hilten van het Leids Universitair Medisch Centrum nam hij het initiatief voor het TREND-project dat staat voor Trauma Related Neuronal Dysfunction. "We hadden het plan opgevat om samen met de betrokken medische centra dit syndroom te ontrafelen toen Bsik om onderzoeksvoorstellen vroeg. Dit was de aanleiding om het meteen door te zetten." Door dit initiatief is het TREND-consortium wereldwijd de grootste groep die zich bezig houdt met CRPS.
Ontstekingsreactie
De overeenkomst tussen alle patiënten met CRPS is "pijn", maar verder wordt er nauwelijks goed gekeken naar de bijkomende klachten. Deze kunnen variëren van motorische verkramping, hevig zweten, huidverkleuring tot overgevoeligheid voor geluid. De aanleiding is meestal een trauma: een ongeval of een operatie. Frans van der Helm: "Daarna gebeurt er iets in het lichaam. Wat precies is onbekend. Bij een wond komen rond de zenuwen stoffen vrij die het effect hebben van een lokale ontsteking. Dezelfde stoffen verplaatsen zich waarschijnlijk naar het ruggenmerg waar ze lokaal weer een ontsteking veroorzaken. Zo zou het zich verder via het ruggenmerg kunnen verspreiden, waarbij het steeds om dezelfde soort stoffen en reacties gaat. Het lichaam wordt daardoor lokaal overgevoelig voor pijnprikkels, maar ook andere functies worden aangedaan. Vaak gebeurt dit bij de extremiteiten als handen en voeten. Steeds meer lichaamsprocessen worden aangetast, en de klachten nemen toe. Hoe dit proces precies verloopt, willen we verder in kaart brengen."
Een ander opvallend kenmerk is dat 90% van de patiënten die hieraan lijden van het vrouwelijk geslacht zijn. Dit is een duidelijke aanwijzing dat de ziekte een genetische oorzaak heeft.
Mechanisme ontrafelen
Dat het pijnsyndroom een echte fysieke oorzaak heeft, is al vaak met testen onderbouwd. Het effect van medicijnen die ingrijpen op de signaaloverdracht tussen zenuwen, is veelzeggend. Een jong meisje dat voorheen met verkrampte handen en voeten in een rolstoel verbleef, kon na toediening van de medicijnen uiteindelijk weer normaal functioneren. "Maar we zijn er nog niet. Bij sommige mensen, zoals dit meisje, werkt het perfect. Bij anderen heeft de toediening echter geen enkel effect. Er is dus meer aan de hand. Daarom benaderen we het onderzoek naar de ziekte vanuit verschillende invalshoeken. Aan de ene kant doen we statistisch onderzoek bij grote groepen patiënten (epidemiologie) en bekijken het effect van verschillende behandelwijzen bij patiëntengroepen (trials). Voor objectieve monitoring van de patiënten ontwikkelen we nieuwe meettechnieken. Aan de andere kant doen we fundamenteel onderzoek in het laboratorium en kijken naar de betrokken genen en eiwitten. Deze moeten aanwijzingen opleveren om het cellulaire en moleculaire mechanisme te ontrafelen. Zo willen we op fundamentele wijze een vinger achter deze ziekte proberen te krijgen", aldus Frans van der Helm.
TREND hoopt dat patiënten in de acute fase, die een paar maanden duurt, behandeld kunnen worden voordat zich een chronische aandoening heeft ontwikkeld. Dit bespaart niet alleen persoonlijk leed maar ook grote maatschappelijke kosten omdat deze patiënten vaak geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt worden.
Meetinstrumenten
Frans van der Helm vindt het uniek om met zoveel verschillende disciplines aan één ziektebeeld in de geneeskunde te werken. "We benaderen het van alle kanten. Iedere discipline met zijn eigen aanpak, van ingenieur tot arts. Wij bekijken het vanuit de regeltechniek en bouwen het gedrag van het zenuwstelsel na met computermodellen. Daardoor komen we af en toe met vragen waar nog niemand antwoord op heeft. Ook bleek dat er wel verschillende meettechnieken zijn om neurofysiologische parameters te meten, maar dat die allemaal dezelfde soort informatie leveren. We moeten nu nieuwe meettechnieken ontwikkelen om objectief en op verschillende plekken te kunnen meten aan het centrale zenuwstelsel."
Een van deze meetinstrumenten wordt ontwikkeld door het softwarebedrijf Noldus Information Technology. "Er was behoefte aan een objectief meetinstrument om de bewegingsbeperking van de hand van de patiënt vast te stellen en later ook het effect van de therapie", zegt directeur dr. Lucas Noldus. Zo wordt bijvoorbeeld door de behandelend arts naar de vingerbewegingen gekeken als een maat voor fijnmotorische vaardigheid: de zogenaamde bradykinesietest. De patiënt krijgt de opdracht om duim en wijsvinger naar elkaar toe te brengen en daarna zo ver mogelijk te spreiden, en dit gedurende ca. 15 seconden zo vaak mogelijk te herhalen. "Door de beweging van de vingertoppen met een high-speed videocamera te volgen, kunnen we de beweging meten, analyseren en objectief kwantificeren. Het is bovendien statistisch te toetsen."
Het prototype is al klaar en werkt. "Dit ging vrij vlot, maar het zal nog wel even duren voordat dit als standaardinstrument in de kliniek gebruikt wordt. Hiervoor is eerst acceptatie door de artsen nodig. Er komen inmiddels nieuwe vragen van het consortium, zoals een meettechniek om fysiologische parameters te koppelen aan videobeelden van de beweging. In de klinische neurologie is het gebruik van instrumenten nog niet ver ontwikkeld. Er is nog veel braakliggend terrein."
Patiëntenonderzoek
Veel tijd en geld van het consortium gaat zitten in het uitvoeren van trials om te kijken hoe patiënten reageren op de toediening van medicijnen. In totaal zijn er zeven trials gepland. Vanwege de beschikbaarheid van patiënten kunnen er slechts enkele trials tegelijkertijd lopen, en de patiëntengroepen moeten langere tijd gevolgd worden. Daardoor loopt het Bsik-project door tot 2011.
Daarnaast wordt via een epidemiologische studie, het gaat dan om een zeer grote groep patiënten, getracht duidelijke relaties te vinden tussen de verschillende soorten klachten. Dit onderzoek gebeurt bij het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. "Huisartsen registreren tegenwoordig alles direct in de computer. Gegevens van 500.000 patiënten kunnen zo snel gescreend worden op klachten die verband houden met de ziekte CRPS. Een diagnose CRPS zullen we niet gauw vinden. Maar alle CRPS-patiënten hebben bijvoorbeeld last van pijn en krijgen hiervoor medicijnen voorgeschreven. Hierop is in een databestand eenvoudig te zoeken", aldus Frans van der Helm.
Biomarkers
De patiënten met gemeenschappelijke kenmerken worden verder geselecteerd voor het genetische onderzoek dat plaatsvindt in het UMC Leiden. "Op basis van het klachtenpatroon en de diagnostische kenmerken voor CRPS kunnen we verder zoeken. Het meest interessant zijn patiënten met een familiegeschiedenis, waarbij een groot aantal familieleden dezelfde klachten hebben. Genetische factoren zijn dan makkelijker te achterhalen. Maar we zijn al blij met een enkele broer-zus- of zus–zus-relatie binnen een familie. Dan hebben we wel veel meer families nodig om de overeenkomstige genen aan te tonen. Hoe meer mensen te achterhalen zijn, hoe beter."
Naast de genen is het ook belangrijk te weten welke eiwitten betrokken zijn bij het ontstekingsproces. Dit onderzoek voeren het Netherlands Proteomics Centre (NPC) in Utrecht en de afdeling Parasitologie (LUMC) uit. Zij kijken of bepaalde eiwitten in bloed, ruggenmergsvloeistof of blaarvocht meer voorkomen dan anders. "Het belangrijkste is dat we eiwitten kunnen vinden die heel specifiek zijn voor CRPS, zogeheten biomarkers. Als we die in handen hebben, is CRPS met een specifieke test snel op te sporen en kunnen we in een vroegtijdig stadium met de behandeling beginnen om zo de chronische fase van het pijnsyndroom te voorkomen."
Titel project
TREND, Trauma Related Neuronal Dysfunction
Doelstelling
Het onderzoeken van neurale ziektemechanismen die optreden als gevolg van weefselletsel en het ontwikkelen en onderzoeken van behandelingen hiervoor
BSIK-subsidie
EUR 11,7 miljoen. Conform de subsidieregeling brengt het consortium hetzelfde bedrag in
Periode
2004 - 2011
Samenstelling van het consortium
Een samenwerkingsverband van 5 academische ziekenhuizen: Academisch Ziekenhuis Maastricht, Erasmus Medisch Centrum, Leids Universitair Medisch Centrum, Universitair Medisch Centrum Utrecht, VU Medisch Centrum, en de Technische Universiteit Delft, en twee bedrijven, FCS Control Systems en Noldus Information Technology
Aantal onderzoekers
20 (fte)
Contact
www.crps.nl
Frans van der Helm
015 - 278 56 16
f.c.t.vanderhelm@3ME.tudelft.nl
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten