woensdag 12 mei 2010
Onderzoekslijn: Epidemiologie
Het doel van de onderzoekslijn Epidemiologie is om informatie over een aantal belangrijke ziektematen te verzamelen, om een beter inzicht in risicofactoren voor het ontstaan en chronisch worden van CRPS te krijgen en om de gevolgen voor de maatschappelijke gezondheid in kaart te brengen. Daarbij maken de onderzoekers gebruik van de Integrated Primary Care Information (IPCI) databan, een speciaal gegevensbestand van de afdeling Medische Informatica van het Erasmus Medisch Centrum. Dit bestand bevat elektronische patiëntengegevens van circa 500.000 patiënten, die afkomstig zijn van ongeveer 180 huisartsenpraktijken. Ook de gegevens van patiënten die deelnemen aan andere TREND-studies worden bekeken.
Onderzoeksresultaten
Hoe vaak komt CRPS voor?
Inmiddels zijn de eerste gegevens uit deze onderzoekslijn over het voorkomen van CRPS gepubliceerd in het tijdschrift Pain. Uit de analyse bleek dat:
• per jaar ongeveer 26 van de 100.000 mensen CRPS krijgen; dat komt dus neer op ongeveer 4300 nieuwe patiënten per jaar in Nederland;
• CRPS het meest voorkomt bij vrouwen in de leeftijd tussen 61-70 jaar;
• de armen vaker zijn aangedaan dan de benen;
• een fractuur de meest voorkomende voorafgaande gebeurtenis was (44%).
(De Mos et al., Pain, 2007, 129(1): 12-20)
In de onderstaande figuur is de incidentie van CRPS (per 100.000 personen) afgezet tegen de leeftijd. Hier is duidelijk in te zien dat het vaker voorkomt in de hogere leeftijdsgroep en dat vrouwen (doorlopende lijn) vaker zijn aangedaan dan mannen (stippellijn).
Verloop van de ziekte
Het verloop van CRPS is per patiënt zeer verschillend. Sommige patiënten hebben weinig last en herstellen snel en volledig. Bij andere patiënten is het ziekteverloop veel slechter met uiteindelijk maar weinig herstel en soms een ernstige, blijvende invaliditeit. Uit een studie onder 102 CRPS patiënten bleek dat veel van hen na een gemiddelde ziekteduur van 6 jaar nog steeds symptomen vertoonden. 16% van hen gaf aan dat de ziekte nog steeds verergerde en 31% gaf aan niet in staat te zijn om te werken (De Mos et al., The Clinical Journal of Pain, 2009, 25:590-597).
Comorbiditeit
Kennis over de medische geschiedenis van een patiënte voor het begin van CRPS kan mogelijk inzicht bieden in de risicofactoren. Ook kan dit informatie opleveren over de potentiële ziektemechanismen die ten grondslag liggen aan de aandoening.
In een studie waarin gebruik werd gemaakt van de Integrated Primary Care Information (IPCI) databank, werd een associatie gevonden tussen CRPS en migraine en osteoperosis. Ook werd er een verband gevonden met astma. Mogelijk ligt aan al deze aandoeningen een mechanisme van neurogene inflammatie ten grondslag. (De Mos et al., Pain, 2008, 139:458-66).
Lopend onderzoek
Patiënten met CRPS kunnen een aantal klachten (zoals pijn, stijfheid en krachtsverlies) hebben die kunnen leiden tot beperkingen, ofwel problemen met het uitvoeren van activiteiten. Voorbeelden van beperkingen zijn moeilijkheden met staan, lopen, schrijven, wassen of kleden. Het is niet goed bekend hoe deze relatie bij CRPS in elkaar steekt en welke klachten nu vooral tot beperkingen leiden. Een beter inzicht in deze relatie kan duidelijk maken op welke klachten men zich in de behandeling vooral moet richten. Om dit goed te kunnen onderzoeken is in de afgelopen jaren aan patiënten met CRPS gevraagd om mee te doen aan een vragenlijstonderzoek. Tot heden hebben al bijna 650 mensen aan dit onderzoek meegewerkt en omdat dit aantal groot genoeg is om tot een betrouwbare indruk te komen, worden deze gegevens nu geanalyseerd. In dit onderzoek zal ook worden nagegaan welke problemen men als gevolg van CRPS in het maatschappelijke leven ervaart (denk hierbij aan werk, sport, recreatieve bezigheden, rol binnen de familie) en met welke factoren deze problemen samenhangen.
Coördinatie
Deze onderzoekslijn wordt gecoördineerd door Prof. Dr. Miriam Sturkenboom (Erasmus MC) en Dr. Han Marinus (LUMC).
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten