In de uitzending van maandag 1 oktober stelt Tros Radar aan de kaak hoeveel moeite het slachtoffers van een medische fout kost om de schade vergoed te krijgen. De Letselschade Raad heeft verbetering van de afwikkeling van schadeclaims na medische fouten benoemd tot een van de speerpunten voor de komende twee jaren.
Zorgverleners en hun verzekeraars moeten klachten en schadeclaims na medische incidenten voortvarend oppakken en snel duidelijkheid bieden. Onnodig langlopende en ondoorzichtige procedures zijn zeer belastend voor slachtoffers. De Letselschade Raad heeft verbetering van de afwikkeling van schadeclaims na medische fouten benoemd tot een van de speerpunten voor de komende twee jaren.
In de uitzending van maandag 1 oktober stelt Tros Radar aan de kaak hoeveel moeite het slachtoffers van een medische fout kost om de schade vergoed te krijgen. In 2010 heeft De Letselschade Raad samen met betrokken organisaties de GOMA ontwikkeld, de ‘Gedragscode Openheid medische incidenten; betere afwikkeling Medische Aansprakelijkheid’. Deze wordt in de praktijk onvoldoende nageleefd, zo bleek uit een enquête van Radar.
Sinds dit jaar onderschrijven ook de Nederlandse Verenigingen van Ziekenhuizen en de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra de GOMA. Die positieve ontwikkeling duidt op een cultuurverandering, waardoor nu eindelijk een versnelling kan optreden. De Letselschade Raad ondersteunt dit proces op diverse manieren. De Raad geeft voorlichting aan patiënten, zorgverleners en verzekeraars. Er is een aanbod aan trainingen over de GOMA met ruime aandacht voor de communicatie tussen alle betrokkenen. In ontwikkeling is een GOMA-register voor ziekenhuizen en verzekeraars die de gedragscode onderschrijven en audits op de naleving van de gedragscode.
Bemiddelingsloket
Conform de gedragscode moet de verzekeraar binnen drie maanden na de aansprakelijk-stelling een besluit nemen over de aansprakelijkheid óf gemotiveerd aangeven waarom dit niet lukt en wanneer het besluit dan wel valt te verwachten. Het streven is de schade binnen twee jaren af te wikkelen. Lukt dat niet, dan behoren partijen samen concrete afspraken te maken om de zaak alsnog te regelen.
In de praktijk wordt de termijn van twee jaren vaak niet gehaald als het gaat om medische fouten, zo ervaart het Bemiddelingsloket van De Letselschade Raad. Het Bemiddelingsloket geeft voorlichting, beantwoordt vragen, maar bemiddelt ook op verzoek van patiënten, hun belangenbehartigers of verzekeraars als het proces van schaderegeling vastloopt. Een te snelle afwikkeling is overigens niet altijd in het belang van slachtoffers. Binnen twee jaar bestaat bijvoorbeeld vaak nog geen duidelijkheid over de gevolgen van een medische fout op termijn.
Zelfregulering
De ervaring van de afgelopen jaren leert dat zelfregulering werkt, maar cultuurveranderingen kosten tijd. In 2006 verscheen de eerste gedragscode van De Letselschade Raad, de Gedragscode Behandeling Letselschade. Dankzij deze gedragscode hebben verzekeraars veel meer aandacht gekregen voor het slachtoffer en voor verbetering van de kwaliteit van hun dienstverlening. Tegelijkertijd zijn de doorlooptijden gedaald. De GBL geldt nu ook voor de afwikkeling van letselschade door medische incidenten.
Meer informatie
Op deze website staat veel informatie voor slachtoffers van medische fouten: over het proces van schadeafwikkeling, over de inschakeling van een belangenbehartiger, de gedragscodes GOMA en GBL met een bondige toelichting en diverse richtlijnen voor het vaststellen van de hoogte van schadevergoedingen. Het Bemiddelingsloket is bereikbaar via een contactformulier op de website en via tel. 088-33 22 500.
zondag 25 november 2012
Gedragscode Behandeling Letselschade 2012
Het slachtoffer centraal stellen… Wat betekent dat voor de letselschadepraktijk? Bij het inrichten van processen en het hanteren van termijnen? Bij de communicatie met het slachtoffer? Bij het nemen van verantwoorde beslissingen? De Gedragscode Behandeling Letselschade 2012, geheel herzien en vers van de pers, biedt samen met de GOMA een richtsnoer voor professionele beroepsbeoefenaars. In het dagvullende programma van De Letselschade Raadsdag op 8 november 2012 kwamen het gebruik en de effecten van beide gedragscodes uitvoerig aan bod tijdens presentaties en workshops.
De Letselschade Raadsdag 2012 heeft een nieuwe opzet en is georganiseerd door het Juridisch PAO van de Universiteit van Utrecht in samenwerking met De Letselschade Raad. Als locatie is gekozen voor het prachtige Paushuize in Utrecht. De dag stond onder voorzitterschap van mr. Ivo Giesen, hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit van Utrecht.
In het plenaire ochtendprogramma gingen gerenommeerde sprekers uit de politiek, de wetenschap en de Rechtspraak in op het belang van zelfregulering en op de ethische uitgangspunten en het effect van gedragscodes. Het middagprogramma bood volop ruimte voor interactie. In vier workshops kregen de deelnemers concrete tools en stof tot nadenken aangereikt. De workshops vormden een goede aanleiding om met professionals uit andere disciplines van gedachten te wisselen.
De Letselschade Raadsdag 2012 heeft een nieuwe opzet en is georganiseerd door het Juridisch PAO van de Universiteit van Utrecht in samenwerking met De Letselschade Raad. Als locatie is gekozen voor het prachtige Paushuize in Utrecht. De dag stond onder voorzitterschap van mr. Ivo Giesen, hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit van Utrecht.
In het plenaire ochtendprogramma gingen gerenommeerde sprekers uit de politiek, de wetenschap en de Rechtspraak in op het belang van zelfregulering en op de ethische uitgangspunten en het effect van gedragscodes. Het middagprogramma bood volop ruimte voor interactie. In vier workshops kregen de deelnemers concrete tools en stof tot nadenken aangereikt. De workshops vormden een goede aanleiding om met professionals uit andere disciplines van gedachten te wisselen.
Volgende week verschijnt de geheel herziene Gedragscode Behandeling Letselschade 2012. Staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid & Justitie neemt de gedragscode in ontvangst uit handen van voorzitter Aleid Wolfsen van het Platformoverleg van De Letselschade Raad. Deze feestelijke gebeurtenis vindt plaats tijdens De Letselschade Raadsdag op 8 november in het Paushuize in Utrecht. Met interessante presentaties, frisse visies, leerzame workshops en veel ruimte voor interactie belooft het een boeiende bijeenkomst te worden. Er zijn nog enkele plaatsen vrij. Zie ook www.deletselschaderaad.nl/raadsdag2012
Diverse beroepsorganisaties kennen Permanente Educatie Punten toe aan de deelnemers aan de Raadsdag. Letselschade-experts ontvangen 20 PE-punten van het NIVRE. Artsen, medisch adviseurs en advocaten ontvangen 5 PE-punten van respectievelijk het GAV en de NOvA. Mediators ontvangen 4 PE punten van het NMI.
Met vriendelijke groet,
Deborah Lauria
Directeur De Letselschade Raad
Week Chronisch Zieken
Het aantal mensen die chronisch met een beperking moeten leven, blijft de komende jaren groeien. Dit dankzij betere behandelingen en goede zorg, een langere levensverwachting en als gevolg van de vergrijzing van de naoorlogse babyboom.
Aanpassingen in de leef- en werkomgeving kunnen de gevolgen van beperkingen wegnemen. Technologische ontwikkelingen maken steeds meer mogelijk. Maar de toenemende complexiteit van de samenleving en van het werk, maatschappelijke onzekerheden en de individualisering stellen steeds hogere eisen waaraan niet iedereen kan voldoen. De participatie van grote groepen mensen staat daardoor voortdurend onder druk.
De Week Chronisch Zieken vraagt aandacht voor mensen met een chronische ziekte of handicap. Doel is de participatie en het zelfmanagement te versterken door knelpunten te agenderen, oplossingen aan te dragen en de dialoog tussen beleidsmakers, professionals en mensen met een beperking te bevorderen. Gestart met twintig activiteiten is de Week Chronisch Zieken uitgegroeid tot een evenement met meer dan 750 activiteiten in het hele land. Vanaf de start wordt de Week mede mogelijk gemaakt door Fonds PGO, onderdeel van het CIBG.
‘Werken is niet alleen een recht, maar ook een plicht.’
Werken: voor de gemiddelde Nederlander is het heel normaal. Maar het is wel duidelijk dat dat niet altijd geldt voor de 2,7 miljoen Nederlanders die een of meer chronische aandoeningen hebben. Voor hen is werken niet vanzelfsprekend, maar ze willen het wel. Hoe komen ze dan toch aan een baan? Op de openingsdag van de Week Chronisch Zieken, die als thema ‘Samen Werken’ heeft, werd er druk over gediscussieerd.
‘Het gaat niet om wat je hebt, maar om wat je ermee wordt.’ – Hugo Heymans, Emma At Work
In Schouwburg De Meerse in Hoofddorp waren bij elk panel bijna alle rode stoeltjes gevuld. Het was gezellig druk met een ambiance die je alleen in een theaterzaal vindt. Onder leiding van dagvoorzitter Harry Starren discussieerden panelleden over uiteenlopende onderwerpen, natuurlijk gelinkt aan het thema ‘Samen Werken’. Tussen de panels door lieten verschillende bedrijven met inspirerende video’s zien aan wat voor projecten zij werken. Zo kregen toeschouwers een compleet beeld van wat er nu al allemaal gedaan wordt om mensen met een chronische aandoening aan het werk te krijgen. Maar hoeveel er nu ook al wordt gedaan, het kan altijd beter. En daar waren de panels voor bedoeld. Want hoe kunnen we er samen aan werken dat meer mensen met een chronische aandoening aan werk kunnen komen?
‘Voorkom dat je uit je werk valt en trek op tijd aan de bel als het mis gaat. Blijf werknemer!’ – Ankie Koning, UWV
Onbegrip en dialoog
Openheid op je werk en de eeuwige dialoog met de werkgever; in het eerste panel bleken het de gemene delers te zijn in de problemen die mensen met een chronische aandoening tegenkomen in hun werk. Ook onbegrip werd regelmatig genoemd. ‘Net als hiv wordt kanker meer en meer een chronische ziekte’, zei Laurence Maes van de Nederlandse Federatie Kankerpatiëntenorganisaties. ‘Die switch is voor patiënten niet makkelijk omdat ze bij de diagnose vaak gelijk denken dat ze dood zullen gaan. Dat blijkt gelukkig vaak niet zo te zijn, maar betrokkenen begrijpen dat niet altijd. ‘Wees blij dat je nog leeft’, wordt vaak gezegd terwijl er niet wordt nagedacht over het feit dat mensen vaak klachten overhouden aan hun ziekte, zoals vermoeidheid.’ Dat geldt natuurlijk niet alleen voor kanker, maar ook voor veel andere chronische ziektes waarbij in eerste instantie niets aan iemand te zien is. Zo bleek bijvoorbeeld ook uit de reactie van Ronald Brands van Hiv Vereniging Nederland.
Openheid op je werk en de eeuwige dialoog met de werkgever; in het eerste panel bleken het de gemene delers te zijn in de problemen die mensen met een chronische aandoening tegenkomen in hun werk. Ook onbegrip werd regelmatig genoemd. ‘Net als hiv wordt kanker meer en meer een chronische ziekte’, zei Laurence Maes van de Nederlandse Federatie Kankerpatiëntenorganisaties. ‘Die switch is voor patiënten niet makkelijk omdat ze bij de diagnose vaak gelijk denken dat ze dood zullen gaan. Dat blijkt gelukkig vaak niet zo te zijn, maar betrokkenen begrijpen dat niet altijd. ‘Wees blij dat je nog leeft’, wordt vaak gezegd terwijl er niet wordt nagedacht over het feit dat mensen vaak klachten overhouden aan hun ziekte, zoals vermoeidheid.’ Dat geldt natuurlijk niet alleen voor kanker, maar ook voor veel andere chronische ziektes waarbij in eerste instantie niets aan iemand te zien is. Zo bleek bijvoorbeeld ook uit de reactie van Ronald Brands van Hiv Vereniging Nederland.
‘Wie ben je, waar kom je vandaan en, nog belangrijker, waar ga je naartoe? – Funda Müjde, cabaretière
Tussen alle informatieve gesprekken door, bracht cabaretière Funda Müjde schwung in de dag door het middagprogramma te beginnen met een eigenzinnig stukje cabaret. Ze kreeg de lachers op haar hand en Funda, die zelf in een rolstoel zit, bleek duidelijk gemaakt voor het podium.
Joan Leemhuis-Stout, voorzitter van de Week Chronisch Zieken, verzorgde daarna het welkomstwoord voor het middagsymposium waarin ze haar licht liet schijnen op de nieuwe Participatiewet, de opvolger van de Wet Werken naar Vermogen. Ze is het oneens met de quotumregeling die het kabinet wil introduceren voor het aannemen van mensen met een arbeidsbeperking. ‘Bovendien’, zegt ze, ‘het woord quotum hang je niet aan mensen!’
Langer doorwerken
Volgens dr. Irene Houtman van TNO/SEO heeft 38 procent van de werknemers een of meer chronische aandoeningen. Ze liet met een aantal interessante grafieken zien hoe die werknemers er tegenover staan om door te werken tot hun vijfenzestigste. De uitkomsten waren verrassend: zo blijken chronisch zieke werknemers vaker te willen doorwerken tot hun vijfenzestigste, dan gezonde werknemers. Ze sloot haar informatieve presentatie af met een heldere boodschap: met elkaar moeten we moeten zelfredzaamheid stimuleren. Pamperen, daar doen we dus niet aan!
Volgens dr. Irene Houtman van TNO/SEO heeft 38 procent van de werknemers een of meer chronische aandoeningen. Ze liet met een aantal interessante grafieken zien hoe die werknemers er tegenover staan om door te werken tot hun vijfenzestigste. De uitkomsten waren verrassend: zo blijken chronisch zieke werknemers vaker te willen doorwerken tot hun vijfenzestigste, dan gezonde werknemers. Ze sloot haar informatieve presentatie af met een heldere boodschap: met elkaar moeten we moeten zelfredzaamheid stimuleren. Pamperen, daar doen we dus niet aan!
‘Werken is niet alleen een recht, maar ook een plicht.’ – Reni de Boer, auteur van het boek ‘Stuk!’
Uitdaging
‘In de visie van UWV is de maatschappij op zijn best als alle mensen kunnen werken. Ook mensen met een chronische aandoening. Een belangrijk punt voor UWV wordt om hen aan het werk te houden.’ Dat zei Elmer van den Berghaage, directeur Innovatie en professionalisering sociaal medische zaken bij UWV. ‘Met elkaar moeten we ervoor zorgen dat mensen met een beperking een zo goed mogelijke kans krijgen op de arbeidsmarkt. Net als iedereen.’
‘In de visie van UWV is de maatschappij op zijn best als alle mensen kunnen werken. Ook mensen met een chronische aandoening. Een belangrijk punt voor UWV wordt om hen aan het werk te houden.’ Dat zei Elmer van den Berghaage, directeur Innovatie en professionalisering sociaal medische zaken bij UWV. ‘Met elkaar moeten we ervoor zorgen dat mensen met een beperking een zo goed mogelijke kans krijgen op de arbeidsmarkt. Net als iedereen.’
Ook Hugo Heymans en Reni de Boer denken er zo over. ‘Gezondheid is dat je mee kunt doen, wat je ook hebt’, aldus Heymans. De Boer kan zich juist wel vinden in de quotumregeling waar Joan Leemhuis-Stout zo tegen is. ‘Werknemers hebben koudwatervrees wat betreft het aannemen van mensen met een beperking. De quotumregeling zie ik juist als kans voor hun om van die angst af te komen.’
‘Je moet ook laten zien hoe leuk het kan zijn om te werken met mensen waar iets mee is’ – Hugo Heymans, Emma At Work
Eerlijke kans
Het slotwoord van de dag werd uitgesproken door Mario Stam, wethouder Werk en Inkomen van de gemeente Schiedam. ‘De participatiewet geeft gemeenten de mogelijkheid om maatwerk te leveren. Maar je moet werkgevers niet verplichten met een quotum, je moet ze verleiden. Dat kan bijvoorbeeld door zogeheten social return. Een werkgever laten zien wat voor hem het voordeel is als hij iemand met een chronische arbeidsbeperking aanneemt. Dat is belangrijk, want we doen dit voor al die mensen die een eerlijke kans op de arbeidsmarkt verdienen.’
Het slotwoord van de dag werd uitgesproken door Mario Stam, wethouder Werk en Inkomen van de gemeente Schiedam. ‘De participatiewet geeft gemeenten de mogelijkheid om maatwerk te leveren. Maar je moet werkgevers niet verplichten met een quotum, je moet ze verleiden. Dat kan bijvoorbeeld door zogeheten social return. Een werkgever laten zien wat voor hem het voordeel is als hij iemand met een chronische arbeidsbeperking aanneemt. Dat is belangrijk, want we doen dit voor al die mensen die een eerlijke kans op de arbeidsmarkt verdienen.’
‘Vertel aan een werkgever wat je wél kunt. Bedenk wat jij kunt bijdragen aan het succes van een onderneming.’ – Mario van Mierlo, MKB Nederland
Door Ester van der Leeuw, Unlimited Magazine.
19% mensen met beperking doet vrijwilligerswerk
De Week Chronisch 2012 staat dit jaar met het thema Samen Werken in het teken van arbeidsparticipatie. Onderzoekers en vrijwilligersorganisaties stelden zich bij gastheer Zon Mw de vraag: wat kunnen we doen om meer mensen met beperkingen aan het vrijwilligerswerk te krijgen? Online werken biedt goede kansen, maar er zijn er meer, zo bleek. ‘De meeste mensen denken bij vrijwilligerswerk aan werk vóór, en niet dóór mensen met een beperking.’ Dat beeld zullen ook veel mensen met een beperking hebben. Middagvoorzitter Alice Schippers van Disability Studies Nederland (DSiN) zegt dat beeldvorming erg belangrijk is. ‘Hoe vroeger je begint met het beïnvloeden daarvan, hoe beter, want al met zes jaar begint het proces van binnen- en buitensluiten.’ DSiN werkt aan participatie van mensen met beperkingen, door het ontwikkelen, delen en toepassen van kennis. Want ook voor de 11 tot 13 procent van de Nederlanders die een beperking heeft is werken een heel belangrijke factor voor kwaliteit van leven. Alice Schippers: ‘We hebben al die mensen trouwens hard nodig, ook in het vrijwilligerswerk.’
- Participeer je
- Geef je iets terug aan de maatschappij
- Wordt jouw ervaringsdeskundigheid een voordeel voor anderen
- Vergroot je je netwerk
- Vergroot je je kans op betaald werk
- Doorbreek je de eenzaamheid
- Verhoog je je kwaliteit van leven
- Vergroot je je zelfvertrouwen
- Krijg je meer voldoening
- Geef je een beter beeld van mensen met een beperking
Dicht bij huis en flexibel
Nivel-onderzoeker Tineke Meulenkamp presenteert de cijfers, die afkomstig zijn van de participatiemonitor. En inderdaad: van de mensen met beperkingen doet 19 procent vrijwilligerswerk, terwijl dat bij mensen zonder beperkingen op 39 procent ligt. Maar ook ‘slechts’ 19 procent betekent nog altijd dat in Nederland bijna 800.000 mensen met een beperking vrijwilligerswerk doen. Nivel definieert vrijwilligerswerk als ‘werk dat in georganiseerd verband, onbetaald, wordt uitgevoerd.’ Gemiddeld wordt zes uur per week aan vrijwilligerswerk besteed. Er is een groeipotentieel van vijf procent, dat zijn de mensen die geen vrijwilligerswerk doen, maar dat wel zouden willen. Dat moet dan wel dicht bij huis zijn en je moet je tijd flexibel kunnen inzetten. Het profiel van de vrijwilliger met een beperking wijkt niet af van dat van de vrijwilliger zonder beperking: gemiddeld hoger opgeleid en niet jong.
Bij Handjehelpen wijkt dat profiel af: van de duizend vrijwilligers die in 16 Utrechtse gemeenten worden ingezet bij praktische hulp aan mensen met een beperking is maar liefst 60 procent jonger dan 35 jaar. Wat is het geheim? Directeur Liesbeth Hoogendijk legt uit dat er studenten maatschappelijk werk bij zijn die dus eigenlijk ook stage lopen. Wel blijkt een groot percentage na afronding van de studie opnieuw vrijwilligerswerk te gaan doen. Verder ligt het succes van Handjehelpen vooral in het maatwerk dat geleverd wordt: een goed geformuleerde hulpvraag, tijdelijke zorgverlening, en goede training en begeleiding van de vrijwilligers en zorgontvangers. Handjehelpen werft niet speciaal onder mensen met een beperking, maar ze zijn welkom. Ze vormen nog geen tien procent van het vrijwilligersbestand. Marina Kortekaas is een van hen. Ze zou het liefst betaald werken, en heeft dat ook gedaan, maar haar beperking (extreme allergie) staat in de weg. Bij Handjehelpen is ze ‘mantelzorgmaatje’ in een Marokkaans gezin. Haar eigen ervaring helpt haar bij het creëren van een vertrouwensrelatie. Marina’s boodschap: ‘Zet mensen niet buitenspel!’
Uit verveling
Bij Het Luisterend Oog van Humanitas voeren zo’n honderd vrijwilligers – in leeftijd variërend van 19 tot 68 – per jaar zo’n 3000 chats met mensen die persoonlijk of maatschappelijk in de knel geraakt zijn, de deelnemers. De chats duren gemiddeld een tot twee uur. Edwin Herzberg van Humanitas: ‘We kwamen erachter dat zo’n 20 procent van de vrijwilligers een beperking had.’ De voordelen van online werken zijn evident: een rolstoel, een ‘apart uiterlijk’, zaken die in het dagelijkse leven vaak een hindernis vormen, spelen hier geen rol. De vrijwilligers worden grondig getraind en begeleid, waarbij steeds meer gebruik wordt gemaakt van e-learning. Maar niet alles gebeurt online, er zijn ook ‘fysieke’ bijeenkomsten, niet met de deelnemers uiteraard, want die blijven anoniem, maar wel tussen vrijwilligers en medewerkers van Humanitas. Intervisie via Skype maakt het mogelijk ook vrijwilligers die ver weg in te zetten. Er zit er zelfs een in Kazachstan. Luisterend Oog-vrijwilliger Jeannette Rotman woont in Enschede, zit in een rolstoel, en vertelt met veel humor hoe ze ‘eigenlijk uit verveling’ al surfend bij het project van Humanitas terecht kwam, waar ze inmiddels ‘toch al weer drie jaar aan vast zit’. Dit is trouwens niet haar enige vrijwilligerswerk: ze geeft ‘facebook- en twitter-les’ op een activeringscentrum in Enschede. Samen met Edwin geeft ze ook regelmatig presentaties voor Het Luisterend Oog. De (fysieke) moeite die het vaak kost om met haar rolstoel op de plaats van bestemming te komen vormt een schril contrast met het gemak waarmee ze haar vrijwilligerswerk online doet. Het werk voor Het Luisterend Oog is emotioneel zwaar, maar levert erg veel op. Jeannette: ‘De deelnemers hebben er echt iets aan, het is fijn iets terug te doen voor de maatschappij.’
Community building en solidariteit
De rol van internet wordt nog steeds groter en leidt tot internationalisering van vrijwilligerswerk. Cees Smit, bestuurslid van de Week Chronisch Zieken en ervaringsdeskundige met een combinatie van chronische aandoeningen, kent de grote kansen die internet biedt. Niet alleen voor vrijwilligerswerk, maar ook om community’s te vormen en belangenbehartiging. Bij de actuele discussies over ‘dure geneesmiddelen’, bijvoorbeeld: ‘Via mijn blog krijg ik binnen de kortste keren uit de hele wereld adhesiebetuigingen en aanbiedingen om te helpen. Dat versterkt de solidariteit.’ Maar natuurlijk gebeurt niet alle vrijwilligerswerk online. En er zijn ook projecten die zich exclusief op mensen met een beperking richten. Landstede Welzijn Raalte laat een film zien over Sterk door Vrijwilligerswerk. Jeroen van den Berg heeft een burn out gehad en is met intensieve begeleiding naar en tijdens vrijwilligerswerk bij RTV Raalte weer beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Dolores kon na haar opleiding geen werk vinden en vertelt hoe zij aan het werk kon op een zorgboerderij. Paulien Zandbelt van Landstede Welzijn Raalte: ‘We hebben zo’n 70 mensen met afstand tot de arbeidsmarkt geplaatst, allemaal op basis van een individueel plan waarbij je samen hebt bepaald wat de mogelijkheden zijn. Het stimuleren van je eigen kracht staat centraal.’
Vooroordeel
Mensen met chronische aandoeningen moeten vaker verzuimen. Dat zou je denken. Maar het klopt niet. Cijfers van het Nivel tonen aan, dat mensen met een chronische beperking niet vaker verzuimen dan mensen zonder beperkingen. De zappende vrijwilliger Uit een rondje langs de deelnemers aan de discussie blijkt dat er nog een wereld te winnen is. DSiN pleit voor ‘mainstreaming’, wat inhoudt dat je voor mensen met beperkingen niet aparte voorzieningen treft, maar hen in staat stelt binnen de gewone verbanden hun plek te vinden. Luisteren Oog is daar een goed voorbeeld van. Edwin Herzberg: ‘Ik kende dat begrip niet, maar ben blij te horen dat we spontaan aan mainstreaming hebben gedaan.’
Els Ranshuijsen van mantelzorg- en vrijwilligersorganisatie Mezzo denkt dat er nog heel wat kan gebeuren om de fysieke en mentale toegankelijkheid van vrijwilligersorganisaties te verbeteren. Vaak is er op papier wel een voorziening, maar in de praktijk niet. ‘Dan is dat toilet voor gehandicapten er wel, maar wordt het gebruikt als opslagplaats.’
Arie Ouwerkerk van Coalitie Erbij (die een vuist maakt tegen eenzaamheid) zegt dat zichtbare beperkingen een heel belangrijke factor zijn: mensen durven vaak letterlijk hun huis niet uit. De afgelopen jaren is veel bereikt op het punt van bewustmaking van het probleem, nu wordt het tijd maatregelen te nemen.
Erik Verbart werkt bij GGZ Zeeland en helpt vrijwillig als ervaringsdeskundige ADHD-er anderen om hun ADHD-problemen op te lossen: ‘Het is wel belangrijk dat je met je ervaring in het reine bent, tien jaar geleden zat ik er zelf nog middenin, toen had ik dit werk niet kunnen doen.’
Miriam Majoor van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties FG wijst erop dat jongeren best vrijwilliger willen worden, maar dat zich vaak voor een korte periode met een afgerond doel willen inzetten, en daarna weer iets anders gaan doen. Dit type wordt wel de ‘zappende vrijwilliger’ genoemd. Daar moet je als organisatie rekening mee houden.
Leerstoel Disability Studies
Er moet nog veel onderzoek gedaan worden, naar kwaliteit van bestaan van mensen met beperkingen, mechanismen van uitsluiting, anti-discriminatiewetgeving, participatie en beeldvorming. Maar ook naar de effectiviteit van beleid en interventies. DSiN stelt daarom, samen met andere organisaties, volgend jaar een leerstoel Disability Studies in aan de Vrije Universiteit.
Toekomst
Een grotere participatie van mensen met een beperking aan vrijwilligerswerk zal nog veel inspanningen vragen, vooral waar het gaat om mensen met een zware beperking. Daarvoor is een actief beleid nodig. De Week Chronisch Zieken stelt dit onderwerp volgend jaar opnieuw aan de orde. Want in 2013 is het thema van de Week ‘Mantelzorg en vrijwilligerswerk’.
Apotheker houdt zich niet aan eigen medicijn-richtlijn
Apothekers wijken regelmatig af van het
recept van de dokter en vragen daarvoor zelden toestemming aan arts en patiënt,
terwijl de richtlijnen van de branchevereniging van apothekers, de KNMP, ze
daartoe wel verplichten. Artsen zeggen dat het wisselen van medicijnen bij
sommige patiënten ernstige medische complicaties kan veroorzaken.
Iedere dag gaan er voor miljoenen euro’s aan medicijnen over de toonbank. Om die kosten te drukken, willen de overheid en zorgverzekeraars dat apotheken hun klanten in plaats van dure merkmedicijnen goedkope merkloze medicijnen meegeven.
Dezelfde pillen?
Het verschil in prijs bedraagt soms tientallen euro’s, terwijl de goedkope merkloze pillen precies hetzelfde werken en alleen maar verschillen van vorm en kleur en in een ander doosje zitten. Althans dat zeggen de zorgverzekeraars en de apothekers. Maar is dat wel zo?
Wisselen leidt tot problemen
Artsen van epilepsie- en psychiatrische patiënten zien hun spreekkamer vollopen als de apotheek afwijkt van het recept en een ander medicijn meegeeft dan ze gewend zijn. Het wisselen kan ook leiden tot een nieuwe epileptische aanval. Vaak met ernstige sociale gevolgen zoals het verlies van hun baan of een ontzegging van de rijbevoegdheid.
Bij psychiatrische patiënten heeft het wisselen een slechte invloed op het trouw innemen van de medicijnen, soms met een psychose tot gevolg. Artsen pleiten daarom in ZEMBLA voor het zo min mogelijk wisselen van medicijnen om verwarring en ellende bij patiënten te voorkomen.
Ellende op
recept
Wisseling van
medicijnen leidt tot problemenIedere dag gaan er voor miljoenen euro’s aan medicijnen over de toonbank. Om die kosten te drukken, willen de overheid en zorgverzekeraars dat apotheken hun klanten in plaats van dure merkmedicijnen goedkope merkloze medicijnen meegeven.
Dezelfde pillen?
Het verschil in prijs bedraagt soms tientallen euro’s, terwijl de goedkope merkloze pillen precies hetzelfde werken en alleen maar verschillen van vorm en kleur en in een ander doosje zitten. Althans dat zeggen de zorgverzekeraars en de apothekers. Maar is dat wel zo?
Wisselen leidt tot problemen
Artsen van epilepsie- en psychiatrische patiënten zien hun spreekkamer vollopen als de apotheek afwijkt van het recept en een ander medicijn meegeeft dan ze gewend zijn. Het wisselen kan ook leiden tot een nieuwe epileptische aanval. Vaak met ernstige sociale gevolgen zoals het verlies van hun baan of een ontzegging van de rijbevoegdheid.
Bij psychiatrische patiënten heeft het wisselen een slechte invloed op het trouw innemen van de medicijnen, soms met een psychose tot gevolg. Artsen pleiten daarom in ZEMBLA voor het zo min mogelijk wisselen van medicijnen om verwarring en ellende bij patiënten te voorkomen.
Premies grootste zorgverzekeraars bekend
CZ heeft donderdag de premie voor de zorgverzekering in 2013 bekend gemaakt en daarmee zijn de premies van de grootste zorgverzekeraars nu allemaal bekend. De strijd om de klant is daarmee weer begonnen: de ene zorgverzekeraar biedt 10 procent korting voor overstappers, bij de ander kan de verzekerde punten sparen.
Klanten van Menzis, Zilveren Kruis, Agis en VGZ betalen volgend jaar in vergelijking met dit jaar net iets meer, net iets minder of evenveel aan hun basispremie. Klanten van CZ betalen 2,20 euro minder per maand.Het eigen risico stijgt volgend jaar van 220 naar 350 euro. Dat wil zeggen dat mensen meer zelf moeten betalen voordat de verzekeraar uitkeert. Dat geldt overigens niet voor huisartsen- en verloskundigenzorg.
Medio november moeten alle zorgverzekeraars hun premies en polisvoorwaarden voor de basisverzekering bekend hebben gemaakt en moet duidelijk zijn wat ze vergoeden in hun aanvullende pakketten. Dan kunnen mensen weer, als ze dat willen, premies en pakketten met elkaar gaan vergelijken en indien gewenst overstappen. Vorig jaar veranderden ongeveer 1 miljoen Nederlanders van zorgverzekeraar. Dat komt overeen met ongeveer 6 procent van de verzekerden.
Volgens gezondheidseconoom Marco Varkevisser van de Erasmus Universiteit is het altijd goed om verschillende zorgverzekeringen met elkaar te vergelijken. 'Je kan op verschillende manieren op je premie besparen. Door je eigen risico vrijwillig te verhogen bijvoorbeeld. Dat kan 100 tot 200 euro per jaar schelen. Dat kan vooral lonen voor mensen die niet vaak aanspraak maken op zorg', aldus Varkevisser.
De huisarts en verloskundige zorg vallen niet onder het eigen risico. 'Maar medicijnen en ziekenhuisbezoeken kunnen al snel in de papieren lopen', waarschuwt Varkevisser. Mensen die voorzien dat ze veel medicijnen gaan slikken het komende jaar of die rekening houden met een ziekenhuisbehandeling of een bezoekje aan een specialist, doen er beter aan hun eigen risico te houden zoals het is, op 350 euro, zoals wettelijk bepaald is.
'Sowieso houden Nederlanders niet zo van risico's nemen. Er zijn weinig mensen die hun eigen risico omhoog gooien, terwijl je er toch heel wat geld mee kan uitsparen. Maar je weet natuurlijk nooit op voorhand of je de zorg toch nodig zal hebben', zet Varkevisser hier weer tegen af.
Varkevisser waarschuwt mensen dat ze, ook als ze bij hun huidige verzekeraar blijven, moeten checken of die niet ineens aan selectief contracteren gaat doen. Dat wil zeggen dat een zorgverzekeraar met bepaalde zorgverleners contracten afsluit en met andere niet. Verzekerden kunnen dan niet overal meer terecht voor alle behandelingen, of moeten een deel zelf betalen als ze naar een zorgverlener gaan met wie de verzekeraar geen contract heeft. Het is de bedoeling dat zorgverzekeraars de komende jaren steeds vaker aan selectief contracteren gaan doen.
Het lijkt erop dat in 2014, met de invoering van de inkomensafhankelijke zorgpremie, het hele systeem op de schop gaat. Volgend jaar wordt het kiezen van een zorgverzekeraar dus waarschijnlijk helemaal anders.
Volgens gezondheidseconoom Marco Varkevisser van de Erasmus Universiteit is het altijd goed om verschillende zorgverzekeringen met elkaar te vergelijken. 'Je kan op verschillende manieren op je premie besparen. Door je eigen risico vrijwillig te verhogen bijvoorbeeld. Dat kan 100 tot 200 euro per jaar schelen. Dat kan vooral lonen voor mensen die niet vaak aanspraak maken op zorg', aldus Varkevisser.
De huisarts en verloskundige zorg vallen niet onder het eigen risico. 'Maar medicijnen en ziekenhuisbezoeken kunnen al snel in de papieren lopen', waarschuwt Varkevisser. Mensen die voorzien dat ze veel medicijnen gaan slikken het komende jaar of die rekening houden met een ziekenhuisbehandeling of een bezoekje aan een specialist, doen er beter aan hun eigen risico te houden zoals het is, op 350 euro, zoals wettelijk bepaald is.
'Sowieso houden Nederlanders niet zo van risico's nemen. Er zijn weinig mensen die hun eigen risico omhoog gooien, terwijl je er toch heel wat geld mee kan uitsparen. Maar je weet natuurlijk nooit op voorhand of je de zorg toch nodig zal hebben', zet Varkevisser hier weer tegen af.
Varkevisser waarschuwt mensen dat ze, ook als ze bij hun huidige verzekeraar blijven, moeten checken of die niet ineens aan selectief contracteren gaat doen. Dat wil zeggen dat een zorgverzekeraar met bepaalde zorgverleners contracten afsluit en met andere niet. Verzekerden kunnen dan niet overal meer terecht voor alle behandelingen, of moeten een deel zelf betalen als ze naar een zorgverlener gaan met wie de verzekeraar geen contract heeft. Het is de bedoeling dat zorgverzekeraars de komende jaren steeds vaker aan selectief contracteren gaan doen.
Het lijkt erop dat in 2014, met de invoering van de inkomensafhankelijke zorgpremie, het hele systeem op de schop gaat. Volgend jaar wordt het kiezen van een zorgverzekeraar dus waarschijnlijk helemaal anders.
Bron: ANP
Abonneren op:
Posts (Atom)