donderdag 26 mei 2011
De werkelijkheid van chronische pijn in Nederland
In het najaar van 2010 werd de Nationale Pijnmeting gehouden door het Pijnbehandelcentrum van het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. Bijna 10.000 mensen gaven gehoor aan een oproep in de media om mee te doen aan een online enquête. Daarin werd gevraagd naar de aard, ernst en ervaringen van mensen, die chronisch pijn hebben. De resultaten bieden een inventarisatie, die aansluit bij de wetenschappelijke bevindingen in eerdere studies over chronische pijn.
Samenvatting
Er is een enorm grote groep Nederlanders die last heeft van chronische pijn en dit als een ernstige en zeer beperkende last ervaren. De zorg voor deze patiënten schiet tekort. Mensen met chronische pijn moeten, ongeacht de oorzaak of soort pijn, vaak jaren wachten op een goede diagnose en behandeling. De ontevredenheid over de zorg, behandeling en eigen welzijn is dramatisch groot en de verwachtingen voor verbetering laag. Driekwart denkt nooit meer van de pijn af te zullen komen. Door inadequate zorg zijn de gevolgen van chronische pijn voor de patiënt en maatschappij enorm. Slechts een klein deel is in staat om fulltime te werken. De zorgvraag is groot terwijl het vermogen om te werken of de dagelijkse activiteiten te doen afneemt. Met name in de eerste lijn schiet de zorg tekort als het gaat om diagnostiek, behandeling en doorverwijzing. De grootste klacht van de patiënt is dat deze zich niet serieus genomen voelt en dat er onvoldoende naar hem/haar wordt geluisterd. Het is niet duidelijk welke behandelaar ‘eigenaar’ is van chronische pijn. De schrijnende situatie maakt duidelijk dat actie geboden is. Een luisterend oor, goede educatie voor behandelaren en patiënten zijn noodzakelijk. Daarnaast is er behoefte aan richtlijnen en zorgsystemen die vervolgens ook geïmplementeerd worden. Hierdoor zullen een snelle, effectieve doorverwijzing en behandeling mogelijk worden.
Impact van chronische pijn
Chronische pijn heeft een grote impact op de individuele patiënt, zowel lichamelijk als geestelijk. Maar de impact reikt veel verder. De pijnbestrijding is voor veel patiënten nog niet adequaat. De helft van de mensen geeft aan op dit moment nog tamelijk veel pijn te hebben (63%). Ruim de helft van de patiënten (54%) geeft aan zich gefrustreerd te voelen door de chronische pijn. Relatief meer vrouwen dan mannen geven aan zich door de pijn afhankelijk te voelen van anderen (respectievelijk 35% en 23%).1 Ondanks hun aandoening willen patiënten met chronische pijn werken en een bijdrage leveren aan de maatschappij. 73% wil graag een actief lid van de samenleving zijn. Bijna een kwart van deze mensen (23%) vreest door hun pijn hun baan kwijt te raken en 28% is bezorgd dat ze door hun pijn geen carrière kunnen maken.1 De kwaliteit van leven van chronische pijnpatiënten, gemeten in een Nederlands Universitair Pijnbehandelcentrum in 2005 is veel lager dan bij patiënten met migraine of kanker. Chronische pijn brengt ernstige beperkingen met zich mee, lichamelijk, sociaal en maatschappelijk.
* Impact van chronische pijn op werksituatie 25%
* Diagnose depressie 21%
* Raadplegen van 2-6 artsen voor pijn 54%
* Pijn ernstig en niet te verdragen 31%
Bron: Breivik et al. 2006
Pain Proposal
Er is betere zorg en aandacht nodig voor mensen met chronische pijn. Naar schatting lijdt maar liefst één op de vijf volwassenen aan chronische pijn. Dit heeft een grote impact op individuele personen, families en mantelzorgers, maar ook op het zorgstelsel en de economie.1 Het doel van de Pain Proposal is om ervoor te zorgen dat de chronische pijnpatiënt de juiste zorg van de juiste behandelaar op het juiste moment krijgt.
Dit rapport richt zich op de huidige behandeling van chronische pijn in Nederland en is opgesteld in samenwerking met de volgende deskundigen die deelnemen aan het Pain Proposal-initiatief:
Prof. dr. F. J. P. M. (Frank) Huygen
Hoogleraar Anesthesiologie, in het bijzonder pijngeneeskunde
Erasmus Medisch Centrum Rotterdam
Prof. dr. M. A. F. J. (Mart) van de Laar
Hoogleraar Reumatologie en Samenleving
Medisch Spectrum Twente en Universiteit Twente
Dr. C. J. (Kees) Vos
Huisarts te Spijkenisse en onderzoeker afdeling
huisartsgeneeskunde
Erasmus Medisch Centrum Rotterdam
M.C. (Marcel) Kuin, MBA, MSc
Raad van bestuur Rijnland Zorggroep
Mw. R. (Riet) van der Heide & Mw. D. (Ditte) Kuijpens
BorstkankerVereniging Nederland
Chronische pijn krijgt niet dezelfde prioriteit in zorg en beleid als andere grote gezondheidsproblemen. De huidige kennis over symptomen, diagnostiek en behandeling ontbreekt bij de patiënt en veel zorgverleners, maar ook bij zorgverzekeraars en beleidsmakers. De zorg voor de chronische pijnpatiënt is versnipperd en het duurt vaak jaren voordat een adequate diagnose en behandeling is vastgesteld. Een multidisciplinaire aanpak is vereist, zoals bij vele chronische ziekten, alsmede efficiënte zorg en verwijspaden. Het Pain Proposal-initiatief is opgezet om consensus over de impact van chronische pijn in heel Europa te bereiken en het probleem tot prioriteit te maken van alle betrokken partijen. Actie is geboden op diverse terreinen om de zorg en behandeling te versnellen en te verbeteren. De Pain Proposal biedt een start voor organisaties en beleidsmakers om voorbeelden van good practices uit te wisselen en te laten zien hoe effectief pijnmanagement bewerkstelligd kan worden. Voor het Pain Proposal-initiatief is een groep deskundigen op het gebied van chronische pijn uit heel Europa bij elkaar gekomen om hun kennis, ervaring en best practices uit hun eigen land te delen en aanbevelingen te doen over de beste werkwijze.
Stappenplan - pijnstillers
l
Paracetamol en NSAID’s, zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac. De bekendste pijnstiller is paracetamol. Deze heeft vrij weinig bijwerkingen. NSAID’s (niet steroïde ontstekingsremmers) hebben een pijnstillende, koortsverlagende en ontstekingsremmende werking. Deze middelen komen in aanmerking als paracetamol niet voldoende helpt of als er een ontsteking in het spel is.
2
Zwakwerkend opiaat (codeïne of tramadol). Zwakwerkende opiaten worden soms toegevoegd aan paracetamol. Nadeel van deze middelen is hun verstoppende werking. De arts voegt daarom een laxeermiddel toe.
3
Sterkwerkend opiaat (zoals buprenorfine, morfine, fentanyl en methadon). Deze krachtige pijnstillers kunnen het lijden van veel pijnpatiënten verzachten, in veel (maar niet alle) gevallen ook bij zenuwpijn. De angst die sommige artsen en patiënten nog hebben voor gewenning en verslaving is onterecht. Ook sterkwerkende opiaten hebben als bijwerking verstopping. De arts voegt daarom een laxeermiddel toe.
TIP!
“Luister naar uw lichaam”, is een veel gehoord advies. Een goed advies ook, want uw lichaam geeft vaak precies aan waar de grenzen liggen en wanneer het rust nodig heeft. Maar luisteren naar uw lichaam valt niet altijd mee, zeker niet als u vaak en langdurig pijn hebt. Dan kan het nuttig zijn om een pijndagboek bij te houden. Schrijf hierin dagelijks op hoe u die dag de pijn ervaart, of u bepaalde activiteiten hebt ondernomen of juist achterwege hebt gelaten en of u pijnstillers hebt gebruikt. Een pijndagboek helpt uzelf om even stil te staan bij uw lichaam en om een patroon te zien in uw pijnklachten. Daarnaast biedt het informatie voor uw huisarts.
Pijn en uw omgeving
Pijn en uw omgeving
Chronische pijn is een ervaring die niet alleen voor uzelf gevolgen heeft. Ook uw omgeving heeft er onherroepelijk mee te maken. Als u een partner hebt zal uw pijn invloed hebben op uw relatie. Maar ook familieleden, vrienden en kennissen gaan waarschijnlijk anders met u om omdat ze weten dat u pijn hebt. Vaak zal uw omgeving extra aandacht voor u hebben. Zeker in het begin. Misschien neemt uw partner u taken uit handen om u te ontzien. Kinderen en familieleden die op bezoek komen zorgen misschien voor hun eigen koffie of thee en buren en kennissen bieden wellicht een luisterend oor. Naarmate de pijn langer duurt zal de aandacht uit uw omgeving echter afnemen. Het begrip wordt minder en het gevaar bestaat dat mensen gaan zeggen of denken: “Ja, we weten nou wel dat je pijn hebt. Klaag maar niet zo.” Het klinkt hard, maar eigenlijk is het wel goed als mensen in uw omgeving een grens trekken. Te veel aandacht kan de pijn ook in stand houden. Het gevaar bestaat dat u afhankelijk wordt van aandacht en hulp van anderen. Terwijl juist uw zelfstandigheid een belangrijk wapen is in uw strijd tegen pijn. Bovendien komt het de sociale contacten niet ten goede wanneer de aandacht gedurende lange tijd grotendeels naar u uitgaat. Het is daarom goed ook eens stil te staan bij de invloed die uw omgang met de pijn heeft op uw naasten. Voor uw partner kan dat heel tegenstrijdig zijn. Hij of zij wil u graag helpen en ontzien, maar door u (ongevraagd) taken uit handen te nemen en zijn of haar eigen gedachten en gevoelens voor u te verzwijgen wordt het tegendeel bereikt.
Het allerbelangrijkste om problemen vóór te zijn is veel praten. Vertel hoe u zich voelt, maar vraag ook hoe de ander uw ziekte beleeft. Zeg wat u van de ander verwacht en vraag ook wat hij of zij van u verwacht. Bespreek irritaties en wat u er samen aan zou kunnen doen. Vraag hulp waar nodig, maar geef ook aan wat u zelf kunt of wilt proberen. Maak duidelijk hoeveel moeite het u kost om bepaalde taken te verrichten en vraag zo nodig om waardering daarvoor. Maak vooral duidelijk dat iets dat u de ene dag wel kunt de volgende dag misschien niet lukt. Raak niet geïrriteerd als u dat steeds weer moet uitleggen. Gezonde mensen vergeten nu eenmaal gauw.
Meer weten?
Ouderenbonden
Unie KBO
Postbus 325, 5201 AH ’s-Hertogenbosch
tel. 073-612 34 75, fax 073-689 10 15,
gvrangelrooij@uniekbo.nl
Servicetelefoon: 0900-821 21 83 voor vragen op gebied van
welzijn, zorg en wonen (€ 0,10 per minuut, op werkdagen van
9.30 tot 12.30 uur).
ANBO
Postbus 18003, 3501 CA Utrecht
tel. 030-233 00 60, fax 030-233 00 70,
s.pijls@anbo.nl
PCOB
Postbus 1238, 8001 BE Zwolle
tel. 038-422 55 88, fax 038-421 21 24,
info@pcob.nl
Stichting Pijn-Hoop
voor en door mensen met chronische pijn
secretariaat: Honth
Honthorstlaan 39, 1816 TA Alkmaar
www.pijn-hoop.nl
Platform Pijn en Pijnbestrijding
www.pijnplatform.nl, informatie over o.a. samenwerkingsverbanden,
patiëntenverenigingen en pijnkenniscentra
Overige Informatie
Patiëntenorganisaties
Adressen hiervan zijn te vinden via www.npcf.nl of op te vragen via
tel. 030-297 03 03
Landelijke Geneesmiddel Infolijn
tel.0900-999 88 00 (0,20 euro/min)
(op werkdagen van 10.00 - 16.00 uur) www.apotheek.nl
Infolijn Alternatieve Geneeswijzen
tel.0592-35 34 05 (op werkdagen van 9.00-12.00 uur)
www.infolijn-ag.nl
Artsenfederatie Additieve / Alternatieve Geneeskunde (AAG)
tel/fax: 020-642 51 56
www.aag-artsen.nl
Folders/boeken/websites
Zorgboek Chronische pijn (ISBN 90-72248-56-2)
Uitgave van Stichting September
www.boekenoverziekten.nl
De pijn de baas (ISBN 90-725-40018)
Frits Winter
Wat vraag ik mijn arts?
folder NPCF, 2004
www.apotheek.nl
betrouwbare en begrijpelijke informatie over medicijnen.
www.pijn.com
website van het Pijn Kennis Centrum Maastricht met patiëntgerichte informatie over pijn.
www.meldpuntmedicijnen.nl
Website waar u opvallende ervaringen met uw medicijnen
kunt melden.
Diverse behandelingen bij Chronische pijn
Diverse behandelingen
Behandeling met medicijnen kan de pijn vaak een stuk verlichten, maar er is meer mogelijk.
Cursus Omgaan met pijn
Omgaan met pijn is te leren. U kunt leren keuzes maken in wat u beter wel en niet kunt doen om uw pijn te verlichten. Ook uw lichamelijke conditie en ontspanning krijgen in een cursus pijnbeheersing veel aandacht. Pijncursussen worden aangeboden bij veel revalidatiecentra, pijncentra in ziekenhuizen, thuiszorgorganisaties, instellingen voor Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en soms ook bij fysiotherapeuten, psychologen of patiëntenorganisaties. Informeer ernaar in uw regio.
Psycholoog
Chronische pijn heeft nooit een zuiver psychische oorzaak. Maar pijn heeft wel erg veel met uw geest te maken. Zo weet u waarschijnlijk uit ervaring dat er momenten zijn waarop u minder last hebt van de pijn. Soms zijn er bepaalde bezigheden, waarbij u de pijn even kunt vergeten. Een psycholoog kan u helpen deze momenten in uw dagprogramma in te bouwen. Verder kan hij u met behulp van ontspanningsoefeningen en psychotherapie leren om uw leven in eigen hand te nemen en uw mogelijkheden optimaal te benutten.
TENS
TENS staat voor Transcutane Elektrische Neurostimulatie. Het apparaatje is een kastje ter grootte van een afstandsbediening met twee snoertjes met elektroden eraan die op de huid geplakt worden. Deze geven zwakke elektrische schokjes via de huid. Deze kleine schokjes onderbreken het pijnsignaal naar de hersenen, waardoor u de pijn als minder erg ervaart. Het blijkt effectief bij 60 procent van de mensen met chronische pijn, al duurt het vaak wel even voordat de juiste plaatsen zijn gevonden om de elektroden te plakken. TENS heeft geen bijwerkingen en is niet schadelijk bij langdurig gebruik. Wel kan het na langer gebruik minder effectief worden. Sommige mensen ontwikkelen een huidallergie voor de pleisters waarmee de elektroden op de huid worden geplakt. Meestal wordt TENS voorgeschreven via het ziekenhuis (pijnpoli of pijnteam), fysiotherapeut of revalidatiecentrum. TENS wordt vergoed door de zorgverzekeraar.
Pijnteam in het ziekenhuis
Bij ernstige pijn kan de huisarts u doorverwijzen naar het ziekenhuis. De meeste ziekenhuizen hebben pijnteams, waarin verschillende specialisten met elkaar samenwerken. Een anesthesist maakt altijd deel uit van zo’n team, dat verder kan bestaan uit een neuroloog, psycholoog, revalidatiearts en fysio- of ergotherapeut. Doordat het team zo divers van samenstelling is, kan het u ook een uitgebreid pijnbestrijdingsprogramma aanbieden, met bijvoorbeeld pijnmedicatie of een zenuwblokkade (tijdelijke of definitieve verdoving van een zenuw, zodat deze geen pijn meer kan doorgeven), therapie in het water en ergotherapie. Een pijnteam kan de pijn vaak niet helemaal wegnemen, maar kan u leren de pijn hanteerbaarder te maken.
Beweging
Ook al doet bewegen pijn, toch is het raadzaam een manier te zoeken om uw spieren en gewrichten af en toe aan het werk te zetten, zodat u niet steeds stijver wordt. Wandelen of fietsen is een goedkope en eenvoudige manier om op eigen gelegenheid iets aan lichaamsbeweging te doen.
Andere mogelijkheden zijn:
• Meer bewegen voor ouderen In veel verzorgingshuizen en buurtcentra kunnen ouderen onder begeleiding aan beweging doen. Sommige fitnesscentra bieden aangepaste programma's aan onder begeleiding van een fysiotherapeut.
• Fysiotherapie
Een fysiotherapeut kan u helpen uw houding en uw conditie te verbeteren waardoor spieren en bindweefsel beter doorbloed raken en de pijn kan verminderen.
• Mensendieck- en Cesartherapie
Bij deze therapievormen leert u uw houding en manier van bewegen te verbeteren. Beide therapieën zijn vooral effectief bij spier- en gewrichtsklachten.
• Hydrotherapie
Dit is een verzamelnaam voor therapievormen met water. Het fijne van baden is dat uw lichaam er lichter door aanvoelt, zodat bewegen minder kracht kost.
• Yoga
Een yogales bestaat uit lichte oefeningen voor lichamelijke en geestelijke ontspanning. Er bestaan ook speciale yogalessen voor ouderen.
• Tai chi tao
Deze Chinese bewegingskunst is gericht op ontspanning, op het soepel maken van gewrichten en het verbeteren van de doorbloeding van de huid. Er zijn speciale lessen voor ouderen.
Ergotherapie
Dagelijkse bezigheden zoals koken en schoonmaken kunnen een enorme last worden als u pijn hebt. Een ergotherapeut kan u adviseren over mogelijke aanpassingen in huis en over manieren om veel voorkomende klusjes zó uit te voeren dat u er zo min mogelijk pijn bij hebt. Vraag erom bij uw huisarts, thuiszorgorganisatie of specialist.
Alternatieve behandelingen
Veel mensen met chronische pijn gaan op zoek naar een alternatieve behandeling, zoals manuele therapie, acupunctuur en osteopathie. De werking van alternatieve therapieën is nooit wetenschappelijk aangetoond. Een alternatief therapeut heeft meestal geen opleiding tot arts gevolgd. Bezoekt u een alternatief therapeut, kies dan bij voorkeur iemand die is aangesloten bij een beroepsorganisatie of iemand die tevens arts is.
Zorgvuldig medicijngebruik
Zorgvuldig medicijngebruik
Het staat nooit van tevoren vast of een medicijn exact de juiste uitwerking heeft. U vergroot de kans op het gewenste effect door de tips in dit hoofdstuk toe te passen.
Combineren uw medicijnen wel?
Gebruikt u verschillende medicijnen, vraag dan aan uw arts of deze goed met elkaar combineren. Medicijnen kunnen elkaars werking namelijk beïnvloeden. Daarom is het ook beter uw medicijnen altijd bij dezelfde apotheek te halen. Daar houdt men bij
welke medicijnen u gebruikt. Laat ook de middelen die u op eigen initiatief hebt gekocht in de computer zetten. Een paar voorbeelden van wisselwerking. Door gebruik van NSAID’s gaan plaspillen (diuretica) minder goed werken. Deze middelen worden gebruikt bij hoge bloeddruk en hartklachten. Verder versterken NSAID’s de werking van bloedverdunners (zoals acenocoumarol/Sintrom). Bloedverdunners worden ondermeer gebruikt door mensen met hartklachten.
Medicijnoverzicht
Vraag uw apotheek om een medicijnoverzicht van de medicijnendie u gebruikt. Dit iseen handig hulpmiddel als u naar uw huisarts of specialist gaat of wordt opgenomen in het ziekenhuis. Ook wanneer u op reis gaat en onverwacht medicijnen nodig hebt, komt een medicijnoverzicht goed van pas.
Bijsluiter bewaren
Bewaar altijd de bijsluiter van de geneesmiddelen die u gebruikt. Als u na verloop van tijd klachten krijgt, kunt u hierin opzoeken of dat een mogelijke bijwerking van het medicijn kan zijn. Schrik niet van alle opgesomde bijwerkingen! Fabrikanten zijn juridisch verplicht deze te noemen, maar vele zijn zeldzaam en lang niet iedereen heeft last van bijwerkingen.
Volg het etiket
Houd u aan de instructies op het etiket. Het etiket vermeldt welke dosering voor u geschikt is. Deze dosering kan afwijken van de bijsluiter, die algemene informatie geeft. Op het etiket staat ook aangegeven wanneer u uw pijnstillers het beste kunt innemen (bijvoorbeeld na het eten, voor het slapen). Neem uw medicijnen in met voldoende water, tenzij anders vermeld staat.
Tijdstip van innemen
Wanneer u medicijnen meerdere malen per dag moet innemen, verspreid dit dan over de dag. Hoeft u een middel maar één maal per dag in te nemen, doe dit dan zoveel mogelijk op hetzelfde tijdstip.
Doseerdoos
Gebruikt u verschillende geneesmiddelen, dan kunt u veel gemak hebben van een doseerdoos. Dit is een doos met 28 vakjes: voor iedere dag van de week vier. Aan het begin van de week doet u uw medicijnen in de doos. De vier vakjes gebruikt u voor de doseringen voor ‘s morgens, ‘s middags, ‘s avonds en voor de nacht. Zo kunt u precies zien op welk moment van de dag u welke medicijnen moet innemen. Sommige apotheken bieden de service elke week een doos voor u klaar te maken, als u dat zelf niet (meer) kunt. Indien u thuiszorg krijgt, kunt u dit ook aan hen vragen.
Koel en droog
Bewaar uw medicijnen op een koele droge plek. In de bijsluiter kunt u lezen of het nodig is uw medicijnen in de koelkast te bewaren. Onderweg bij warm weer kunt u die medicijnen in een thermosfles of koeltas met koelelementen bewaren.
Originele verpakking
Bewaar uw medicijnen altijd in de originele verpakking, zodat er nooit verwarring kan zijn over de inhoud.
Uiterste gebruiksdatum
Gebruik uw medicijnen niet meer als de uiterste gebruiksdatum is overschreden. Deze datum vindt u op de verpakking. Breng de medicijnen in dat geval naar de chemokar of naar de apotheek.
Tabletsplitter en verpulveraar
Moet u van een bepaald middel een halve tablet innemen, gebruik dan een tabletsplitter: een apparaatje dat een tablet op eenvoudige manier in tweeën kan breken. Er bestaan ook apparaatjes om tabletten te verpulveren. Verpulver geen tabletten die heel ingenomen moeten worden! Tabletsplitters en -verpulveraars zijn te koop bij de apotheek.
Evalueren
Gebruikt u langdurig pijnstillers, ga dan bijvoorbeeld jaarlijks samen met uw huisarts na of u ermee doorgaat, overgaat op een andere dosering of andere medicatie of stopt. Als u tussentijds merkt dat de medicatie niet goed (meer) werkt of dat de bijwerkingen ernstiger worden, bespreek dit dan met uw arts. Vaak is er wel een ander middel voorhanden. Soms bieden apothekers aan om de medicatie met u door te nemen.
Is er iets te doen aan chronische pijn?
Is er iets te doen aan chronische pijn?
In veel gevallen is er een behandeling mogelijk voor chronische pijn. De pijn volledig wegnemen lukt niet altijd, maar het leven kan wel een stuk prettiger worden. Zo’n behandeling is meestal een combinatie van verschillende methoden, zoals pijnstillende medicijnen, therapie waarin u met de pijn leert omgaan, ontspanning en beweging. Mensen bij wie de pijn met medicijnen wordt behandeld, krijgen in twee op de drie gevallen te weinig of niet de juiste middelen voorgeschreven. Slechts 14 procent van de mensen met chronische pijn wordt doorverwezen naar een pijnteam. Ouderen met pijnklachten krijgen nogal eens te horen dat het er nu eenmaal bij hoort en dat er niets anders op zit dan de pijn te accepteren. Ten onrechte! Vraag dus desnoods zelf om meer geschikte medicatie of doorverwijzing naar een pijnteam.
Met pijn naar de huisarts
Voor de behandeling van pijn, is uw huisarts de eerst aangewezen persoon. Het is erg belangrijk dat u de dokter in korte tijd duidelijk kunt maken wat u voelt. Het is dan ook helemaal niet raar als u zich goed voorbereidt. Schrijf uw vragen gerust op een briefje en neem een pen mee om het antwoord te kunnen opschrijven. Aarzel ook niet om iemand mee te nemen. Twee horen altijd meer dan één. Denkt u aan 10 minuten niet genoeg te hebben? Vraag de assistente bij het maken van de afspraak dan om een dubbel consult. U hoeft zich dan niet bezwaard te voelen dat door u het spreekuur uitloopt. Gebruikt u ook medicijnen die u door een specialist zijn voorgeschreven of slikt u zelfgekochte middelen, zorg dan dat u een overzicht van deze middelen aan de huisarts kunt laten zien. De apotheek kan een overzicht van de op recept verstrekte middelen voor u uitprinten. Mogelijk is de huisarts niet op de hoogte van de behandeling door de specialist. Zorg dat u de volgende vragen over uw pijnklachten kunt beantwoorden:
• Waar bevindt de pijn zich?
• Belemmert de pijn u bij activiteiten in het dagelijks leven?
• Is de pijn stekend, kloppend, zeurend, dof, anders?
• Wanneer treedt de pijn op?
• Wordt u gehinderd in uw bewegingen? Waardoor wordt de pijn
erger of juist minder?
• Hoe lang bestaat de pijn al?
• Wat hebt u zelf geprobeerd om iets aan de pijn te doen?
• Hebt u deze pijn eerder gehad en hoe bent u daar toen voor
behandeld?
• Hebt u andere aan de pijn gerelateerde klachten?
Oorzaak zoeken
Uw arts zal proberen vast te stellen of de pijn een aanwijsbare oorzaak heeft, bijvoorbeeld reuma of een rugaandoening. Is er inderdaad zo’n oorzaak te vinden dan zal de behandeling zich op deze oorzaak richten. Is zo’n oorzaak er niet (meer) dan heeft de huisarts diverse behandelmethoden ter beschikking. Pijnstillers Gaat het om acute pijn, dus pijn die naar verwachting snel weer voorbij gaat, dan kan de huisarts pijnstillers voorschrijven. Het is belangrijk dat u bij acute, ernstige pijn tijdig naar de huisarts gaat. Er is namelijk een kans dat acute pijn overgaat in chronische pijn. Ook bij chronische pijn zal de huisarts in veel gevallen pijnstillers voorschrijven. Pijnstillers kunnen verlichting geven, maar helpen niet altijd voldoende. Krijgt u medicijnen voorgeschreven, zorg dan dat u antwoord krijgt op de volgende vragen:
• Wat is het doel van de behandeling?
• Wanneer kan ik resultaat verwachten?
• Welke bijwerkingen kan ik verwachten?
• Kan ik het medicijn gebruiken bij mijn andere medicijnen?
• Op welke manier en in welke dosering moet ik het medicijn
gebruiken?
• Zijn er andere mogelijkheden voor behandeling?
• Wanneer moet ik terugkomen voor een vervolggesprek en
wanneer kan ik met het medicijn stoppen?
Pijnstilling met medicijnen
Pijnstillers genezen niet de oorzaak van de pijnklachten. Ze kunnen wel verlichting geven. Verwacht van medicijnen echter geen wonderen. Ze werken niet bij iedereen en kunnen bijwerkingen hebben, bij de één meer dan bij de ander. Het middel mag natuurlijk nooit erger worden dan de kwaal. Soms is het wel effectief, maar geeft het zoveel nare bijwerkingen, dat u er beter mee kunt stoppen. En soms gaat een middel na verloop van tijd minder goed werken. Vaak is er dan wel een ander middel voorhanden, dat minder problemen geeft. Praat hierover met uw arts. Zo nodig? Nee, altíjd! Veel mensen nemen pas een pijnstiller als ze (te) veel last hebben van de pijn. Lange tijd werden pijnstillers ook op die manier voorgeschreven. Het advies was dan: “Zo nodig één tablet.” Deze methode is achterhaald, zeker bij chronische pijn. Tegenwoordig gaan artsen ervan uit dat je de pijn maar beter voor kunt zijn. Neem de pijnstillers dus altijd in volgens het voorgeschreven schema en laat er niet één achterwege als het even wat beter gaat. De kans bestaat dat u daardoor de volgende dag extra pijn hebt. Hogere leeftijd, lagere dosering De dosering van pijnstillers verschilt per persoon en per aandoening. Soms is de voor u geschikte dosis anders dan in de bijsluiter staat. Uw behandelend arts kijkt samen met u welke dosis voor u het beste is. Het is belangrijk dat u daarbij aangeeft hoeveel pijn u hebt. Hebt u dezelfde klachten als uw jongere buurvrouw maar krijgt u pijnstillers in een lagere dosering voorgeschreven? Dat kan kloppen. Hoe ouder u bent, des te minder hebt u meestal nodig van een medicijn. Dat komt doordat de stofwisseling trager gaat werken, zodat ook medicijnen minder snel worden afgebroken in het lichaam. De werkzame stof blijft dus langer aanwezig in het bloed om haar pijnstillende werk te doen. Ouderen zijn in het algemeen gevoeliger voor bijwerkingen van medicijnen. Bepaalde medicijnen kunnen bij ouderen daarnaast een tegengestelde werking hebben. Kalmerende middelen bijvoorbeeld, veroorzaken bij ouderen soms juist agressief gedrag. Soms moet de dosis dus tussentijds worden aangepast. Het is daarom altijd belangrijk uw medicijngebruik regelmatig met uw arts te bespreken en niet steeds een herhalingsrecept te vragen via de assistente.
Welke medicijnen?
Pijnstillers zijn er in soorten en maten: lichte pijnstillers met weinig bijwerkingen tot zware middelen met meer kans op bijwerkingen. Uw arts zal altijd proberen om u een zo licht mogelijk middel voor te schrijven. Daarvoor kan hij of zij gebruik maken van een stappenplan. Stap 1 zijn bijvoorbeeld paracetamol en NSAID’s (pijnstillende ontstekingsremmers). Werkt dit niet voldoende, dan is stap 2 de toevoeging van een zwakwerkend opiaat, zoals codeïne. Werkt dit ook niet voldoende, dan heeft de arts nog stap 3, sterkwerkende opiaten, ter beschikking, zoals morfine. De arts kan u bij pijn ook anti-epileptica, antidepressiva of slaap- en kalmeringsmiddelen voorschrijven. Dit zijn geen pijnstillers, maar ze kunnen er wel voor zorgen dat u de pijn anders beleeft. Met slaap- en kalmeringsmiddelen zijn artsen echter heel voorzichtig, omdat ze verslavend kunnen werken.
Vergoed of niet?
Niet alle behandelingen en pijnstillers die u van uw arts voorgeschreven krijgt, worden vergoed door uw zorgverzekeraar. Wilt u weten of u voor uw behandeling of medicijnen moet (bij)betalen, vraag dit dan aan uw zorgverzekeraar of apotheker. Uw arts zal u hier bij het voorschrijven misschien niet altijd volledig over informeren. Moet u voor uw medicijn bijbetalen, overleg dan met uw arts of apotheker of er een medicijn is met dezelfde werkzame stof dat wel wordt vergoed.
Chronische pijn
Chronische pijn
Langdurige pijn kan uw leven beheersen. U geniet minder, kunt minder doen, slaapt minder en moet misschien uw sociale leven op een lager pitje zetten. Gelukkig is er vaak iets te doen aan pijn, al werken niet alle behandelmethoden bij alle soorten pijn. Daarom is het goed om te weten welke soorten pijn er zijn en welke behandeling (met of zonder medicijnen) bij welke pijn kan helpen. Deze informatie kan u helpen om met uw arts te overleggen welke behandeling voor u geschikt kan zijn. Vervolgens kunt u samen met uw arts bepalen voor welke behandeling u kiest.
Wat is pijn?
Dat weet iedereen: het onaangename gevoel dat meestal te maken heeft met (dreigende) schade aan het lichaam: een brandwond, een snee in de voetzool of een verstuikte enkel. Dit zijn voorbeelden van acute pijn: pijn die weer voorbijgaat en die een duidelijk gevolg is van een gebeurtenis. Deze pijn heeft ook een duidelijke functie: pas op, anders wordt de beschadiging erger!
Hoe werkt acute pijn?
Het menselijk lichaam heeft talloze ‘ontvangers’ van pijnsignalen, met een moeilijk woord nociceptoren genoemd. Wanneer u met uw vingertop heel even een hete radiator aanraakt, ontvangt u een pijnsignaal, maar daarmee ervaart u nog geen pijn. Dat gebeurt pas als heel veel ontvangers zo’n signaal krijgen. Dan gaat er een stroompje via de zenuwen en het ruggenmerg naar de hersenen. De hersenen herkennen het signaal als pijn.
Wat betekent pijndrempel?
Alleen pijn die boven een bepaalde drempel uitkomt, wordt door de hersenen waargenomen. De pijnsignalen die u voelt als u met een vingertop een hete radiator aanraakt, komen waarschijnlijk niet boven de drempel uit. Pas als u met de volle hand de radiator vastgrijpt wordt u zich de pijn bewust. De pijndrempel ligt voor iedereen anders. Wat de één ervaart als pijn, kan voor de ander slechts een lichte irritatie betekenen. Dat heeft niets met aanstellerij te maken, want de persoon zelf kan er niets aan doen wanneer hij pijn voelt. Hij heeft een lage pijndrempel.
Wat is chronische pijn?
Soms blijft de pijn bestaan, als de schade al verdwenen is. De pijn heeft geen functie meer, maar gaat een eigen leven leiden. Als dit langer duurt dan op grond van de oorzaak te verwachten is, wordt gesproken van chronische pijn, zeker als die langer duurt dan zes maanden. Er is een specifieke vorm van chronische pijn die zenuwpijn wordt genoemd. Het zijn dan de zenuwen zelf die de pijn ‘veroorzaken’, niet een pijnprikkel die door de nociceptoren wordt opgevangen. Zenuwpijn kan voorkomen na zenuwbeschadiging, bijvoorbeeld ten gevolge van lichamelijk letsel (botbreuk) of een virusinfectie (gordelroos). Andere vormen van zenuwpijn zijn aangezichtspijn en fantoompijn. Bij fantoompijn wordt pijn gevoeld in een lichaamsdeel dat geamputeerd is. Maar zenuwpijn komt ook voor zonder (voorafgaande) aandoening. Bij zenuwpijn werken ‘gewone’ pijnstillers niet.
Hoe vaak komt chronische pijn voor?
Chronische pijn komt vaker voor bij ouderen dan bij jongeren. Zo blijkt 14 procent van de volwassenen tot 40 jaar er last van te hebben, 22 procent van de groep tussen 40 en 60 jaar en 28 procent van de 60-plussers. Mensen met chronische pijn hebben deze gemiddeld al bijna tien jaar! Relatief veel vrouwen van 60 jaar en ouder hebben chronische pijn.
Wat zijn de gevolgen van chronische pijn?
Chronische pijn kan erg belemmerend werken. Hij kan uw stemming beïnvloeden en leiden tot depressieve gevoelens, sociale contacten verminderen of tot gevolg hebben dat u er minder plezier aan beleeft. Soms houdt hij u ook uit uw slaap en komt u vanwege de pijn minder de deur uit. De kwaliteit van leven kan er ernstig door verminderen.
Waarom voelt pijn niet altijd hetzelfde?
Pijn heeft niet alleen een lichamelijke, maar ook een emotionele kant. Pijn kan erger of juist minder erg aanvoelen als gevolg van emoties. Gevoelens van neerslachtigheid, angst en eenzaamheid kunnen pijn versterken. Positieve gevoelens kunnen de pijn verzwakken. Wanneer u zich verdrietig voelt, zult u meer last hebben dan wanneer u in de schouwburg geniet van een cabaretier of van mooie muziek. Wie chronische pijn heeft, zal als gevolg hiervan vaker neerslachtig zijn. Negatieve gevoelens roepen spanning en angst op, die op hun beurt de pijn verergeren, wat weer negatieve emoties oproept enzovoort. Voor u het weet bent u in een vicieuze cirkel beland. Er zijn nog meer factoren die een rol spelen bij pijn. Zo zullen gezonde mensen met een goede conditie minder last hebben van pijn dan mensen die er lichamelijk slechter aan toe zijn. En als u bang bent voor de pijn bestaat het gevaar dat u bepaalde situaties gaat vermijden. U stopt misschien met lichaamsbeweging uit angst voor rugpijn. Of de angst veroorzaakt spanning in uw spieren, met meer pijn als gevolg. Angst is dus een slechte raadgever! Ten slotte maakt het ook veel verschil hoe uw omgeving reageert. Veel mensen met chronische pijn weten dat negatieve reacties de pijn soms erger doen lijken.
Abonneren op:
Posts (Atom)